cijferde percentage van 80. Indien ech
ter in Nederland de pacht als financierings
figuur een even geringe betekenis zou krij
gen als in Denemarken, zou als gevolg hier
van nog slechts 60% van het totaal der ac
tiva in eigendom van de Nederlandse agra
riërs met eigen vermogen kunnen worden
gefinancierd.
Toeneming van de kredietbehoefte
Door de toenemende mechanisatie en de
vergroting van de bedrijfsgebouwen is de
kredietbehoefte van de Deense landbouw
de laatste jaren aanzienlijk toegenomen.
De koopprijs van boerderijen b.v. was in
1960 bijna anderhalf maal zo hoog als in
1955. Hierdoor ondervonden vooral de
jonge, pas beginnende boeren moeilijkhe
den bij het verkrijgen van de juiste vorm
van krediet. Veel kortlopend krediet werd
opgenomen voor doeleinden, die eigenlijk
lang krediet of althans krediet met een
looptijd van 5 tot 15 jaar vragen.
Een en ander is uitvoerig bestudeerd door
een staatscommissie in de jaren 1954-1958.
Deze commissie adviseerde tot verstrek
king van krediet op 3e hypotheek tot on
geveer 70% van de handelswaarde van be
drijven plus inventaris, naar het voorbeeld
van een soortgelijk krediet in de bouwsec
tor.
De Staatscommissie achtte een eigen ver
mogen van minimaal 30% van het balans
totaal dus nog toelaatbaar. Hierbij kan
worden opgemerkt dat bij vele aanvragen
van Nederlandse tuinders voor een voor
schot onder garantie van het Borgstellings
fonds (afd. Tuinbouw) hetzelfde niveau
wordt bereikt. Bij aanvragen van jonge
boeren voor een voorschot onder garantie
van het Borgstellingsfonds (afd. Land
bouw) is het eigen vermogen veelal rela
tief kleiner. In veel van deze gevallen wordt
echter een aanmerkelijk deel van het beno
digde vermogen door familieleden gefinan
cierd. Dit deel kan worden beschouwd als
een voorschot op de toekomstige erfenis,
of als een lening waarop geen aflossings
verplichting drukt.
,Dansk li e alk re dit fond
Op 12 oktober 1960 werd het „Dansk
Realkreditfond" opgericht door de Deense
Nationale Bank, de gezamenlijke Deense
banken en de Vereniging van Spaarbanken,
nadat kort tevoren de oprichting van een
hypotheekbank voor verstrekking van der
de hypotheken bij de wet mogelijk was ge
maakt.
Bij de wet zijn nauwkeurige grenzen ge
steld aan het maximum percentage, dat als
hypothecair voorschot mag worden ver
strekt. Voor het „Fond" geldt als maximum
7o"/o, waarbij het als cis kan stellen, dat de
kredietnemer alle mogelijkheden van ie en
2e hypotheek volledig heeft benut, alvo
rens een aanvrage toe te kennen.
Behalve vertegenwoordigers van de op
richters telt het bestuur twee leden, be
noemd door de vereniging van middelgro
te boeren en de vereniging van kleine boe
ren.
Het „Realkreditfond" beschikt over een ga
rantiekapitaal van 60 miljoen Kronen plus
5% van de uit te geven leningen, bijeenge
bracht of bijeen te brengen door de oprich-
808