ge de vele telkens nieuwe moeilijkheden,
welke worden opgeworpen, en vanwege de
soms zeer onredelijke standpunten en eisen
welke naar voren worden gebracht. Geloof,
omdat de E.E.G.-landen het aan zichzelf,
aan het door hen gesloten Verdrag, aan
hun uiteindelijke belangen op economisch
en politiek terrein verplicht zijn de gemeen
schappelijke markt ook in de agrarische
sector te verwezenlijken."
De voorstellen van de Commissie in het Eu
ropees Parlement
De hiervoor besproken voorstellen van de
E.E.G.-Commissie zijn inmiddels behan
deld in het Europees Parlement, dat daar
over zijn adviezen moest uitbrengen alvo
rens de Raad van Ministers van de E.E.G.
terzake tot besluiten kon komen.
De behandeling in het Europees Parlement
vond plaats aan de hand van een rapport
van de Landbouw-Commissie, dat werd
uitgebracht door het Franse Parlementslid,
de heer R. Charpentier. Hoe deze behande
ling uitviel kan blijken uit het hieronder op
genomen uittreksel uit de rede van Mr. Ph.
C. M. van Campen, waarin deze onder
meer het navolgende stelde:
„Het is naar mijn mening zeer te betreuren
dat de Europese Commissie nog geen ont-
werp-verordening voor een heffingsstelsel
in de sector van de melkprodukten heeft in
gediend. Kan de Europese Commissie ons
bevestigen, aldus zou ik in aansluiting aan
verschillende sprekers, die gisteren aan het
woord waren, willen vragen, dat een der
gelijke ontwerpverordening ook voor zui-
velprodukten in het begin van 1962, ik zou
eigenlijk willen zeggen: uiterlijk in februari
1962, kan worden tegemoet gezien?
liet deed mij genoegen, dat op dit punt een
zo volkomen overeenstemming bleek te be
staan met onze Benelux-vrienden, zoals
gisteren tot uitdrukking kwam in de inter
ventie van mijn vriend de heer Dupont.
Mijnheer de President, naar aanleiding
daarvan twijfel ik er niet aan, dat ook op
andere punten die overeenstemming, die
nog niet geheel is gebleken, tot stand zal
komen, waartoe naar mijn mening de prak
tijk van de toepassing van de helfingsstel-
scls ongetwijfeld zal kunnen bijdragen.
Aan de Europese Commissie wil ik voorts
vragen, ol zij ons kan bevestigen, dat het
geheel van heffingsstelsels tegelijk zal wor
den ingevoerd, dat w il zeggen alle heffings
systemen voor alle produkten, waarvoor
heffingsstelscls zijn voorzien, met ingang
van 1 juli 1962.
Welke waarborgen kunnen ons voorts wor
den gegeven, aldus zou ik willen vragen,
dat, indien zowel door het Parlement als
door de Raad de heffingsstelsels voor gra
nen en ook voor andere produkten, zoals
deze thans zijn voorgesteld, zijn gefiat
teerd, deze niet anders dan tegelijk met een
overeenkomstig stelsel voor zuivelproduk-
ten zullen worden ingevoerd?
Mijnheer de President, ik stelde zojuist, dat
van meet ai een evenwichtige ontwikke
ling van de verschillende takken van pro-
duktie in land- en tuinbouw moet zijn voor
zien.
Ik wil verder gaan en stellen, dat een der
gelijk evenwicht ook dient te bestaan tus
sen de landbouw en de andere sectoren van
802