enkele posten die eigenlijk geen beslag leggen op de nationale produktie, dan blijkt het totale voor 1962 begrote bedrag toch weer 540 miljoen boven de ver moedelijke uitkomsten van 1961 te liggen. Minister Zijlstra was de eerste om zijn teleurstelling uit te spreken over deze gang van zaken. In die stijging zit een bedrag van 200 miljoen, dat geraamd is voor verhoging van de ambtenarensalaris sen in het zeer waarschijnlijke geval dat de Ionen en salarissen in het bedrijfsleven omhoog zullen gaan. De rest zal groten deels besteed worden aan het onderwijs en de defensie. In het totaal der begrotingsgelden nemen het onderwijs en daarmee in verband staande zaken het grootste aandeel, nl. af gerond J 2,4 miljard. Vlak daarop volgen de militaire uitgaven met ruim 2 mil jard. Op enige afstand komen dan de ren te en aflossing op de staatsschuld, de so ciale voorzieningen, de woningbouw en de uitgaven voor verkeer en waterstaat, die elk rond 1 miljard vergen. Deze zes belangrijke onderwerpen van staatszorg zullen dus te samen al rond 8,5 miljard vragen, ol driekwart gedeelte van de hele begroting. Afzonderlijke vermelding ver dienen nog de uitgaven ten behoeve van de landbouw, die samen met de betrekke lijk geringe posten voor visserij en bos bouw, een kleine 600 miljoen zullen be dragen, indien ten minste de situatie in de landbouw niet verslechtert. In dit be drag is 320 miljoen begrepen voor het te kort op de subsidies van het Landbouw- Egalisatiefonds, waarvan 258 miljoen voor melk. 764 Het geringe tekort op de totale begroting zal het Rijk de nodige speelruimte ver schaffen op de kapitaalmarkt, zo schrijft Minister Zijlstra in de slotbeschouwing. Aan de ene kant behoeft het Rijk, als alles gaat zoals thans wordt voorzien, geen be roep te doen op de openbare kapitaal markt. Dat kan van groot belang worden, indien de conjunctuur eens zodanig ver hit mocht raken dat het gedrang op de kapitaalmarkt te groot wordt. Aan de an dere kant staat het het Rijk te allen tijde vrij, binnen de perken van de wet, om toch op de kapitaalmarkt te verschijnen. Dat kan gewenst zijn om een eventuele overvloed aan geld, die de prijzen zou kunnen opdrijven, door middel van lenin gen weg te nemen en stil te leggen. Voors hands is er evenwel meer kans op het eerste dan op het tweede geval.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 8