Aantekeningen bij de statistische gegevens Zoals uit de verzamelbalans per 31 augustus büjkt, is het saldo tegoed dat de boerenleenbanken bij de Centrale Bank aanhouden, gestegen met ruim 26 miljoen. Deze toeneming vindt mede haar oorzaak in de stijging van de toevertrouwde middelen, waartegenover een geringere aanwas van de uitzettingen staat. Gedurende de maand augustus werd bij de Stichtingen Spaarbank van de aangesloten banken 23 mil joen meer ingelegd dan terugbetaald. Het tegoed, dat de rekeninghouders in rekening-courant aanhouden, nam in de afgelopen maand toe van 197 miljoen tot 204 miljoen. Per saldo stegen de toevertrouwde middelen met 30 miljoen. Hier tegenover vertoonden de uitzettingen - waaronder wordt verstaan het totaalbedrag aan debetsaldi in lopende rekening en voorschotten een stijging van 10 miljoen. Van deze uitzettingen gaven de kredieten in rekening-courant een geringe daling te zien. Deze daling is een vrij normaal seizoensver schijnsel. In deze tijd van het jaar hebhen vooral de aan- en verkoopverenigingen minder behoefte aan bedrijfskredieten, zodat deze instellingen een geringer beroep doen op hun kredietfaciliteiten bij de boerenleenbanken. Het saldo uitstaande voorschotten steeg in deze periode van 741 miljoen tot 752 miljoen. Er werd dus voor 11 miljoen netto verstrekt. De spaarrcsultaten van de boerenleenbanken, aangesloten bij de Centrale Bank te Eindhoven, over de maand september blijken evenals de vorige maand hoger te zijn dan in de overeenkomstige maand in 1960. Gedurende deze maand werd er 75 miljo -n ingelegd en 59 miljoen terugbetaald, hetgeen een spaarsaldo opleverde van 16 miljoen. In de eerste drie kwartalen van 1961 zijn de spaargelden bij de Eindhovense boerenleenbanken gestegen met 160 miljoen. Dit betekent in vergelijking met 1960, toen er in dezelfde periode een spaarrcsul- taat werd geregistreerd van 107 miljoen, een stijging van ongeveer 50%. Het spaaroverschot bij de R.P.S. en de boerenleenbanken, aangesloten bij de Raiffeisenbank te Utrecht, bedroeg in september respectievelijk 10 miljoen en 27 miljoen. 790

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 34