Als iemand een lopende rekening zonder krediet ten name van een firma wil ope nen, moeten wij dan het contract ter in zage vragen? Zo ja, waarom?" De gestelde vragen zijn onzerzijds als volgt beantwoord: „De opdrachten tot overboeking, die bij de Bank binnenkomen, behoren letterlijk te worden uitgevoerd zoals zij luiden. Luidt dus een opdracht ten name van de firma P. Jansen en Zoon, dan is het zon der meer niet geoorloofd de firmant P. Jansen te crediteren, omdat er toevalliger wijze te zijnen name een rekening bij de Bank mocht lopen. U zoudt daarmede nl. niet hebben voldaan aan de U verstrekte opdracht en dus tegenover de opdracht gever niet verantwoord zijn. Het wordt natuurlijk anders indien de firma P. Jan sen en Zoon van haar kant een schrifte lijke opdracht zou willen ondertekenen waarbij aan de Boerenleenbank last wordt gegeven alle gelden, die ten gunste van de lirma Jansen en Zoon binnenkomen te boeken op de rekening P. Jansen. Aan de hand van het lirmacontract moet dan worden nagegaan wie voor de firma Jan sen kunnen tekenen. Kan een dergelijk contract niet worden overgelegd dan moet U naar de tekeningsbevoegdheid infor meren bij de Kamer van Koophandel waar het bedrijt staat ingeschreven. Hetgeen werd opgemerkt met betrekking tot de firma P. Jansen en Zoon geldt uiteraard tevens voor de firma J. Pieterse en Zonen. Daar het krediet, dat vader Pie terse bij de Boerenleenbank geniet, blijk baar bestemd is voor de bedrijfsfinancie- ring van de firma, rijst overigens de vraag of er niet alle aanleiding bestaat om, met liquidatie van de bestaande rekening, een nieuw krediet te verstrekken aan de firma zelf. Dit krediet moet uiteraard op de ge wone wijze als elk ander nieuw krediet worden behandeld, ook wat de zeker- heidsstelling betreft. Komen er gelden binnen ten name van een firma zonder dat er in feite een ven nootschap bestaat, dan zijn er twee moge lijkheden. Het kan nl. zo zijn, dat een be paald persoon, ofschoon hij eigenaar van een zgn. eenmanszaak is, om een of andere reden de firmanaam voert ofwel dat het bedrijf in feite toch aan meerdere per sonen behoort b.v. aan vader en kinderen gezamenlijk. In het eerste geval ligt de zaak zeer eenvoudig en kan met uitbeta ling in handen en tegen kwijting van de ene eigenaar worden volstaan; in het an dere geval kan echter aan een van de eige naars alleen worden betaald, indien uit een of ander stuk blijkt, dat de mede-eige naars daarmede instemmen. Hoe in feite de kaarten liggen kunt U te weten komen bij de Kamer van Koophandel waar het bedrijf staat ingeschreven. Wat tenslotte Uw laatste vraag betreft zij medegedeeld, dat U om te beoordelen of een bepaald stuk waarbij een vennoot schap is betrokken naar behoren is ge tekend, steeds moet weten wat er bij de vennootschapsakte omtrent het tekenen voor en namens de firma is bepaald. Daar om moet altijd het vennootschapscontract worden opgevraagd voordat met een der gelijk lichaam een overeenkomst wordt gesloten." 786

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 30