Geld- en Kapitaalmarkt
Augustus is al vele jaren de maand waarin
het merendeel van de voorlopige aansla
gen vennootschapsbelasting over Neder
land wordt uitgestrooid. In aansluiting
daarop heet september in geldmarktkrin
gen dé belastingmaand; en dit jaar was
dat wel zeer terecht. Vooreerst blijkt het
totaal van de augustus-aanslagen ditmaal
rond 100 miljoen hoger te liggen dan in
1960 het geval was. Bovendien lijkt er dit
jaar iets minder gebruik te zijn gemaakt
van de mogelijkheid om de aanslagen te
voldoen in vijf termijnen in plaats van in
drie. Z,eker is, dat in september vooral
door de betaling van vennootschapsbelas
ting een abrupt einde is gekomen aan een
zeldzaam lange periode van geldovervloed,
een periode van overvloed die immers reeds
in februari was begonnen en die alle stoten
van nieuwe leningen, maand-ultimo's,
feestdagen en vakantieperioden zonder
moeite had opgevagen.
Al kan men in het officiële tarief voor
callgeld slechts een onnauwkeurige index
zien van de ontwikkelingen op de geld
markt, toch weerspiegelde dit tarief in de
loop van het jaar vrij juist het wat moei
zaam en traag functioneren van ons geld
marktmechanisme, dat de overvloed aan
beschikbare liquiditeiten van februari tot
september maar nauwelijks kon verwer
ken. Heel die tijd noteerde callgeld offi
cieel /4%, vaak overigens nog in een
markt waarin aanbod tegen een hall pro
cent geen opname vond.
Pas met het opkomen van de belasting-
vloed is het geldmarkt-apparaat weer volop
in werking getreden. De officiële callrente
werd per 15 september verhoogd tot \'t,
een week later tot i/4'r en per 2 oktober
tot i]/2C/c- He nood was intussen al zo
hoog gestegen dat voor daggeld vrij regel
matig 2 tot 23^2 werd betaald en een
enkele dag zelfs 3 tot 3]Ac/(
De Nederlandsche Bank had dit verloop
in ieder geval reeds voor een deel voor
zien en, in haar bezorgdheid om de bui
tenlandse geldmarktuitzettingen onaange
tast te laten, reeds voor de september-
periode (voor de handelsbanken reeds be
ginnend per 22 augustus, dus daags na de
storting van 295 miljoen op de jongste
staatslening) het kasreservepercentage
verlaagd van 10(/r tot 8
Tegen 22 september was inmiddels ge
bleken, dat de belastingbetalingen een der
gelijke omvang hadden aangenomen, dat
de geldmarkt met alleen deze tegemoet
koming in het kasreservepercentage niet
zou uitkomen, zeker niet nu de zekerheid
bestond dat de belastingbetalingen ook in
oktober nog grote bedragen zouden over
hevelen naar de schatkist. De Nederland-