van de afzet. In nauwe samenwerking met het georganiseerde bedrijfsleven zal zij streven naar een verantwoord valorisatie- beleid voor de agrarische produktie". In de Landbouwbegroting wordt aangestipt dat de regering bij dit valorisatiebeleid speciaal de zuivelsector op het oog heeft. In deze sector is de situatie al jarenlang zo dat de Nederlandse marktprijzen en verbruikersprijzen voor diverse zuivelpro- dukten in sterke mate bepaald worden door de prijzen op de internationale mark ten. Deze zijn veelal laag, vaak zeer laag met als gevolg dat de Nederlandse consu menten kunnen profiteren van deze lage wereldmarktprijzen en uit de schatkist enige honderden miljoenen guldens be schikbaar gesteld moeten worden voor de verwezenlijking van de garantieregeling voor melk. De internationale markten voor zuivelpro- dukten, met voorop die voor boter, heb ben het karakter van overschot-markten: de daar geldende prijzen zijn ook voor landen als Nieuw-Zeeland en Denemarken te laag. I s het nu wel redelijk dat de zui- velprijzcn in ons land zo sterk beïnvloed kunnen worden door de wereldmarkt met zijn overschotten en uiterst lage prijzen? Wij menen dat het een meer verantwoor de situatie zou zijn wanneer de Neder landse consumenten voor zuivelprodukten als kaas een prijs zouden betalen welke meer met de kostprijs van melk overeen komt. Wij kunnen dan ook instemmen met het streven der regering naar een be ter valorisatiebeleid, d.w.z. een beleid ge richt op betere opbrengstprijzen op de markt. De begroting van Landbouw geeft inte ressant cijfermateriaal over de omvang van de agrarische produktie met een ver deling hiervan over binnenlandse afzet en export. De produktie-waarde is berekend op basis van de telersprijzen, dus exclusief de toeslagen (vooral belangrijk voor melk en daarnaast ook voor voergranen en fa brieksaardappelen). Men ziet hieruit opnieuw dat de Neder landse agrarische export zeer gevarieerd is: voor al deze grote groepen van pro- dukten ligt het exportpercentage boven de 38. In de akkerbouwsector zijn bet niet de granen, maar produkten als vlas, aardappelen, aardappelmeel, zaden, enz., welke voor een goed deel worden uitge voerd. Een bijzonder groot exportper centage geven de sectoren van pluimvee, groenten en overige tuinbouwprodukten (bloembollen en bloemen!) te zien. Maar voor het merendeel van de agrarische produkten is de sterke afhankelijkheid van export, voorzover zij niet door het binnenlandse markt- en prijsbeleid geheel of ten dele wordt geneutraliseerd, de oor zaak van het feit dat de Nederlandse marktprijzen vooral beïnvloed worden door de mogelijkheid van en prijzen bij afzet in het buitenland. Deze nu kunnen sterk variëren, zoals onlangs nog eens overduidelijk gebleken is bij de eieren. In de vorige Maandelijkse Mededelingen waren we ten aanzien van de eierprijzen in de komende maanden niet erg pessi mistisch. Maar plotseling zijn de eierprij zen aanzienlijk gedaald, mede door de on verwacht grote aanvoeren op de West- europese markten uit Argentinië.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 23