hoeveelheid grondstoffen voor de in dustrie. Ook daarom is de landbouw een nobele arbeid, omdat hij in sterke mate gebruik maakt van techniek, chemie en biologie. Deze echter moeten voortdurend aange past worden aan de moderne eisen, om wille van de grote betekenis, die de vooruitgang van wetenschap en techniek voor de landbouw heeft. Het edele van de landbouw ligt nog hierin, dat hij van de boeren een scherp begrip vraagt voor nieuwere ontwikkelingen, een groot aan passingsvermogen, geduld bij het afwach ten van de toekomst, een sterk verant woordelijkheidsgevoel, uithoudingsvermo gen en geest van initiatief. Er moet verder op gewezen worden, dat in de landbouwsector, gelijk in alle pro- duktiesectoren, organisatie een dringende eis is, vooral, waar men te maken heeft met het gezinsbedrijf. De boeren behoren in ieder geval solidair te zijn en samen te werken tot het stichten van coöperaties en beroepsorganisaties. Deze zijn nood zakelijk, omdat de boeren daardoor kun nen profiteren van de wetenschappelijk- technische vooruitgang en hun produkten op prijs kunnen houden. Langs deze weg komen de boeren op gelijke voet te staan met de andere groepen uit de produktie- sector, die meestal georganiseerd zijn, en kunnen zij op waardige wijze hun stem laten horen in het bestuur van het land en in de politiek. Want het is maar al te waar, dat tegenwoordig de stem van de enkeling niet wordt gehoord. Maar wanneer de boeren, gelijk ook de di verse groepen van arbeiders, de macht van hun organisatie willen doen gelden, dan moeten zij dit doen met eerbiediging van de zedenwet en de staatswetten. Zij moe ten hun rechten en belangen in overeen stemming brengen met die van de andere groepen en ondergeschikt maken aan het algemeen welzijn. De boeren, die hun beste krachten geven aan de veredeling van de landbouwwereld, kunnen er met recht aanspraak op maken, dat de publie ke overheid hun initiatieven steunt en aanvult, mits zij zelf openstaan voor het algemeen belang en bijdragen tot de ver wezenlijking ervan. Wij prijzen daarom onze zonen, die overal ter wereld door het stichten en bevorderen van coöperaties en verschillende vormen van organisatie werken voor een gunstige economische situatie en een waardig bestaan van de landbouwers in heel de samenleving. Omdat de mens in de landarbeid alles vindt, wat bijdraagt tot de ontplooiing van zijn persoonlijkheid, tot zijn ontwik keling en geestelijke verrijking, moet hij deze arbeid beschouwen als een godde lijke roeping met hoge idealen. Ilij moet van deze arbeid een offer maken voor God, die al het gebeuren leidt tot heil van de mens. Hij moet zich bewust zijn van zijn taak om zichzelf en anderen tot een hoger peil van beschaving te brengen." De vertaling is grotendeels overgenomen uit de serie „Ecclesia Docens".

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 11