De encycliek gaat vervolgens in op de economische politiek. Dit gedeelte is ech ter voornamelijk van toepassing op lan den die in hun geheel nog niet ver ont wikkeld zijn, ofwel landen waar de boe ren bij de algemene ontwikkeling van techniek en welvaart zijn achtergebleven. De maatregelen die in dit gedeelte wor den aanbevolen, zijn in ons land reeds ge troffen ol niet nodig geweest door de eigen werkzaamheid van de boeren. Zo wordt er bijvoorbeeld voor gepleit, dat de overheid kredietbanken opricht, waar de landbouw geld ter beschikking kan krijgen tegen matige rente. Wij mogen bij zo'n passage in dankbaarheid beseffen dat maar weinig landen een zo hecht en goed ontwikkeld boerenleenbankwezen kennen als ons eigen land. Hoe de huidige Paus, zelf een boerenzoon, denkt over de activiteit van de landbou wers zelf, moge ten slotte blijken uit de volgende aanhaling, die uitgaat van de menselijke betrekkingen in het landbouw bedrijf. „Niemand kan in het algemeen vaststel len, welke de beste structuur is van de landbouwonderneming, gezien het feit, dat op dit gebied te grote verschillen heersen binnen éénzelfde staat, en meer nog tussen de verschillende landen van de wereld. Maar, als men een menselijke en vooral een christelijke opvatting heeft van cle waardigheid van mens en gezin, dan stelt men zich als ideaal een land- bouwbedrijf en vooral een gezinsbedrijf, dat het beeld vertoont van een mensen gemeenschap, waarin de onderlinge be trekkingen en de structuur van het bedrijf beantwoorden aan de normen van de rechtvaardigheid en aan de christelijke geest; en dan zal men er met alle midde len naar streven, dat een dergelijke struc tuur van het landbouwbedrijf, naargelang van de verschillende omstandigheden, ook werkelijkheid wordt. liet gezinsbedrijf zal echter dan alleen solied en duurzaam zijn, als het voldoen de oplevert voor een menswaardig bestaan van het gezin. Hiervoor wordt vereist, dat de boeren een degelijke vakopleiding krijgen, op de hoogte blijven van de nieu we uitvindingen en technische hulp ont vangen van specialisten. Ook moeten de boeren landbouwcoöperaties in het leven roepen, beroepsorganisaties oprichten en actief optreden in het openbare leven door zitting te hebben in de bestuurs lichamen en deel te nemen aan de poli tiek. Het is echter onze overtuiging, dat de economische en culturele ontwikkeling en de sociale vooruitgang in de landbouwsec tor allereerst een zaak zijn van de betrok kenen zelf, de boeren. Het moet hun im mers wel duidelijk zijn, dat hun arbeid een zeer edel karakter draagt. Zij verrich ten deze in de majestueuze tempel van de natuur; zij komen hierbij voortdurend in contact met het leven van planten en die ren, dat eindeloos is in zijn uitdrukking, aan vaste wetten gebonden is en onop houdelijk heenwijst naar de scheppende God en Zijn Voorzienigheid. Verder brengt de landbouw niet alleen allerlei voedingsmiddelen voort voor het mense lijk leven, maar ook een steeds grotere

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 10