de R.P.S. bepaald dat er minimaal iooo,— op de rekening moet blijven staan, terwijl de rente van 3 V20/0 slechts geldt tot een maximum van 25.000,—. Onze boeren leenbanken kennen daarentegen noch een minimum, noch een maximum, behalve voorzoveel betreft de eerste inleg die even als bij de R.P.S. 1000 dient te bedragen. Zowel de R.P.S. als de boerenleenbanken hebben een opzegtermijn van zes maan den ingesteld; maar die betekent in beide gevallen niet precies hetzelfde. De reke ninghouder van de R.P.S. kan zonder ren teverlies alléén geld opnemen als hij het zes maanden tevoren aanvraagt en het na die termijn binnen een maand ophaalt. Haalt hij het geld eerder van zijn rekening, dan houdt de R.P.S. gedurende zes maan den 1% rente in over het afgehaalde be drag. Alleen de rente over het afgelopen kalenderjaar mag hij zonder boete en zon der opzegtermijn van zijn rekening at ha len. Onze boerenleenbanken doen het an ders. Zij staan de rekeninghouder toe één maal in de twee maanden maximaal 500,— op te nemen zonder enig renteverlies: eens 3V20/0 blijft 31/2%). Voor hogere bedragen moet hij de opzegtermijn van zes maanden in acht nemen. De rente is echter ten allen tijde onbeperkt opvraagbaar, dus ook de rente over vroegere jaren. Het zal duide lijk zijn, dat deze twee bepalingen, de op vraagbaarheid van 500,— per twee maan den en van de gehele rente, voor de hou der van een beleggingsboekje een groot gemak betekenen. Hij kan daardoor prak tisch altijd gelegenheid vinden om geld van zijn boekje te halen als hij het eens onver wacht nodig heeft, en wel met behoud van de hoge rentevoet. Elders in dit nummer gaan wij in op de achtergronden van deze nieuwe regelingen. Het nieuwe gebouw, dat de boerenleenbank te Pey op 2 mei in gebruik heeft genomen 727

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 3