Geld- en Kapitaalmarkt De rentestand Alle tekenen wijzen erop, dat de produk- tie in ons land de vraag niet meer kan hij- houden. Onder de tekenen die we kunnen onderscheiden valt allereerst het tekort aan arbeidskrachten op. Elke werkgever klaagt erover. Het totaal van alle aanvra gen om arbeidskrachten overtreft reeds lang het aanbod van werkzoekenden. Ver andering is nog niet in zicht. Een tweede belangrijk teken is de statistiek van de in dustriële produktie. Die vertoont nog wel een toeneming, maar lang niet meer zo sterk als bijv. een jaar geleden. Dat ligt niet aan vermindering van de vraag. Integen deel, de loonsverhogingen van verleden jaar hebben de koopkracht en de kooplust juist vergroot. Maar de industrie kan het eenvoudig niet meer bijbenen, doordat alle reserves thans in gebruik zijn genomen. Het gevolg is dat de handelaren het ont brekende gaan aanvullen door meer goe deren in het buitenland te kopen. Hiermee zijn we bij een derde belangrijk punt aan geland, de buitenlandse handel. Sinds het begin van dit jaar stijgt de invoer ongeveer tweemaal zo snel als de uitvoer. De rege ring zal wel enige bezorgdheid koesteren omtrent dit punt. Er blijkt immers uit, dat het land in zijn geheel de neiging heeft, meer te gaan uitgeven dan het verdient. Zo ver is het op het ogenblik gelukkig nog niet. 'i'en slotte komen we op een tweetal ver schijnselen, die ook wel de groeiende be- stedingsdrang weerspiegelen, maar niet zeer duidelijk. We bedoelen de prijzen en de rente. Tot nu toe zijn de prijsstijgingen, in totaal gezien, niet verontrustend, al was het natuurlijk beter als er helemaal geen stijging in de prijzen zat. Het is echter wel oppassen, dat zowel de betalingsbalans als het prijspeil niet uit de hand lopen. Het rentepeil op de kapitaalmarkt is de laatste paar maanden enigszins omhoog gegaan. Het is niettemin nog steeds laag, evenals de rentevoet op de geldmarkt. Dat is mogelijk door de zuinigheid die ons land heeft be tracht in de afgelopen jaren, de periode van de bestedingsbeperking en de jaren die daarop volgden. Wij hebben met ons allen naarstig gespaard, meer dan we allemaal samen investeerden. Nu zijn we wat gul ler met ons geld, maar we kunnen de inves teringen toch nog dekken uit de lopende besparingen. Daarnaast zijn evenwel bui tenlandse geldnemers op onze kapitaal markt toegelaten door de Nederlandsche Bank. Juist in die periode begon de rente op te lopen. Men kan daarom veronderstel len dat deze buitenlanders het stootje heb ben gegeven dat de rentevoet nog nodig had om te gaan stijgen. Op 25 augustus 744

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 20