Vervolgens de varkensstapel (Tabel 2)
Het totale aantal varkens was 100.000 stuks
(bijna 4%)) lager clan een jaar tevoren. "Wel
waren er meer mestvarkens, maar biggen
waren er minder. De laatste dekkingscij-
fers doen echter verwachten, dat straks de
aanvoer van biggen weer zal toenemen. In
tegenstelling met de situatie van medio
1960, toen de varkens van 71-90 kg ge
slacht gewicht gemiddeld slechts 2,— of
nog minder opbrachten, hebben de var-
kensmesters sedert het einde van vorig
jaar behoorlijke, soms zelfs echt goede prij
zen kunnen maken.
De Deense varkenshouders daarentegen
klagen steen en been; zij zijn in sterke mate
afhankelijk van de baconprijzen op de
Britse markt. Deze zijn almaar omlaag ge
lopen. Enige maanden geleden zijn de var-
kensvleesprijzen voor de Deense consu
menten (via een heffingsregeling) losge
maakt van, d.w.z. gebracht boven de prij
zen op de Britse markt. Bovendien werd
getracht, via de verlening van een premie
op zeugen wanneer deze geslacht werden,
de varkensstapel te beperken, althans de
uitbreiding hiervan af te remmen. Het suc
ces van deze premieregeling schijnt niet
groot geweest te zijn. Men rekent in Dene
marken nu op een marktaanvoer, welke
voor de eerstkomende 9-10 maanden ge
middeld ongeveer 1/6 hoger zal zijn dan
die in 1960.
De landbouworganisaties en coöperatieve
slachterijen zijn nu voornemens over te
gaan tot een andere indirekte produktie-
bcperkende maatregel. Men wil namelijk
zoals in de jaren dertig het systeem van
varkens-kaarten invoeren. Op basis van de
gemiddelde afleveringen in 1959 en 1960
zullen dan de individuele varkenshouders
„contingenten" ontvangen; voor varkens
geleverd binnen zijn contingent zal de boer
een hogere prijs ontvangen dan voor de
overige varkens. Men wil deze maatregel
in het najaar invoeren en wel als een tijde
lijke noodmaatregel voor één jaar. De
slachterijen hadden voorgesteld de uitbrei
ding van de varkensstapel tegen te gaan
door middel van een gewijzigd voergraan-
beleid; voor de voergranen zou een mini
mum-marktprijs van bijna 25,— moeten
komen. Maar de organisatie van kleine boe
ren (welke nauw gelieerd is aan de socialis-
tische regering) wilde hie:
rvan niets weten.
Nu de pluimveestapel (Tabel 3)
We zien hier een forse 11
litbreiding bij de
slachthoenders (met 47%
O, bij de kuikens
mei n)6o mei 19 61
Tabel 1 (in 1000 stuks)
jongvee beneden 1 jaar
725.1 755.7
jongvee boven 1 jaar
769,9 785,2
melk- en kalt koeien
1.628,4 1.674,2
stieren 1 jaar en ouder
24,6 24,8
mest- en weidevee
359.3 377.°
totaal
3.507,3 3.616,9
Tabel 2 (in 1000 stuks)
biggen tot 25 kg. 1
.288,8 1.125,3
mestvarkens 1
.204,6 1.285,4
fokzeugen
453.4 434>9
fokberen
8,4 8,9
totaal 2
:-955,2 2.854,5
74i