het renteloos tegoed, dat de Centrale
Bank uit hoofde van het gentlemen's agree-
ment als verplichte kasreserve bij de Neder-
Iandsche Bank moet houden. Indien de
Centrale Bank onverhoopt een renteloos
deposito bij de Nederlandsche Bank zou
moeten aanhouden wegens een gezamenlij
ke overschrijding door de Centrale Bank en
de aangesloten banken van beide voor de
kredietverlening gestelde normen, zullen
de aangesloten banken, die zodanige over
schrijding mede hebben veroorzaakt, naai
de mate waarin de desbetreffende banken
zelf de toelaatbare grenzen hebben over
schreden, in de lasten van het renteloos de
posito hebben te delen. Hieruit volgt, dat
de Centrale Bank op basis van de maand
staten van ieder der boerenleenbanken
zal moeten nagaan of een dubbele
normoverschrijding zich voordoet. De
last van het renteloos deposito zal over
deze boerenleenbanken en de Centrale
Bank zelf, zo ook deze de beide normen
heeft overschreden, worden verdeeld. Hier
bij zal een zodanige regeling komen te gel
den, dat de rentelast voor iedere boeren
leenbank, die moet delen in het aanhouden
van een renteloos deposito bij de Neder
landsche Bank, gelijk zal zijn. Het delen
door de desbetreffende boerenleenbanken
in het door de Centrale Bank aan te hou
den renteloos deposito bij de Nederland
sche Bank geschiedt door de overboeking
van het voor rekening van de boerenleen
bank komend bedrag ten laste van haar re
kening-couranttegoed bij de Centrale Bank
naar een afzonderlijke depositorekening.
Hierdoor wordt uiteraard beïnvloed de
mate, waarin een boerenleenbank nog vol
doet aan art. 8 van het huishoudelijk regle
ment van de Centrale Bank en derhalve nog
voor het doen van beleggingsuitzettingen
in aanmerking komt.
De hoogte van het renteloos deposito bij
de Nederlandsche Bank zal van maand tot
maand worden aangepast aan de mate,
waarin de gestelde normen blijken te zijn
overschreden. Hetzelfde geldt voor de be
dragen, waarin de boerenleenbanken af
zonderlijk moeten delen in dit renteloos de
posito. Zodra de kredietverlening van de
Centrale Bank en de aangesloten banken
samen zich wederom beweegt binnen één
van de normen, wordt het renteloos depo
sito opgeheven.
Met het in werking stellen van de krediet-
beperkingsregeling volgens de beschreven
gedragslijn heeft de Nederlandsche Bank
vooral tot uitdrukking willen brengen, dat
de recente sterke toeneming van de krediet
verlening niet zonder gevaar is voor de con
juncturele ontwikkeling. Uiteraard zal
door de Centrale Bank en door de aange
sloten banken met deze maatregelen van de
Nederlandsche Bank rekening moeten wor
den gehouden. Het is wellicht in dit ver
band ook nuttig te wijzen op de noodzaak
om bij de voorschot- en kredietverlening
bij voortduring aandacht te besteden aan
een juiste toepassing van de financierings
regels. Vermeden zal moeten worden, dat
financieringen op langere termijn worden
gedaan met middelen, die verkregen wor
den door gebruikmaking van een krediet in
lopende rekening. Door zodanige onjuiste
financieringen wordt de voor de krediet-
beperkingsregeling relevante kredietverle
ning onnodig opgevoerd.
683