sociale lasten in aanmerking, indien de werknemer zich schriftelijk voor een pe riode van tenminste 5 jaren verbindt de hem krachtens de regeling toegekende be dragen aan te wenden voor de vorming van duurzaam bezit. Voor de duurzaamheid van het bezit en de aanwending van de ge spaarde bedragen, gelden ten minste de zelfde regels als voor premiespaarregelin gen, waarvan de maximale bijdrage van de werkgever op 50% van de gespaarde be dragen is gesteld. De werknemer kan de krachtens een winstdelingsregeling te ont vangen uitkeringen ook vrij ter beschikking krijgen, doch dan zullen over deze uitke ringen op de gewone wijze loon- respectie velijk inkomstenbelasting en premies voor de sociale verzekeringen verschuldigd zijn. Reeds bestaande premiespaarregelingen of winstdelingsregelingen kunnen als spaar regeling in de zin van deze wet worden er kend, ook als zij niet geheel voldoen aan de gestelde eisen. Anderzijds is het moge lijk, dat spaarregelingen van de vrijstelling van fiscale en sociale lasten worden uitge sloten, indien zij niet dienstbaar zijn aan de vorming van duurzaam bezit in voldoen de brede kring, d.w.z. als zij slechts voor een beperkt gedeelte van de werknemers toegankelijk zijn. Uitsluiting is ook moge lijk, indien een spaarregeling bij herhaling niet wordt nageleefd of uit de administra tie niet duidelijk blijkt, dat aan de vereisten voor vrijstelling van fiscale en sociale las ten is voldaan. Uiteraard mag verwacht worden, dat reeds bestaande spaarregelingen zoveel mogelijk onder de bepalingen van bovenbedoelde wet zullen worden gebracht. Of dit zon der meer kan geschieden zal geval voor ge val moeten worden onderzocht. In een aan tal gevallen zal enige aanpassing van de be staande regeling aan de wettelijke bepalin gen wel noodzakelijk blijken. De fiscale en andere voordelen, die op grond van deze wet verkregen kunnen worden, zullen on getwijfeld stimulerend werken op de deel neming door de werknemers aan premie- spaarregelingen en aan de mogelijkheden tot vorming van duurzaam bezit uit uitke ringen ingevolge winstdelingsspaarregelin- gen. Het spaarbankwezen zal hij de uitvoering daarvan een belangrijke taak hebben. Eens te meer geldt dat de Boerenleenbanken ten deze paraat zullen moeten zijn, niet alleen, omdat zij daarmee een belangrijke bijdrage kunnen leveren tot de bezitsvorming in brede kring, doch ook, omdat hierin grote mogelijkheden liggen voor hun verdere ontwikkeling. de kredietbeperkingsre geling van de Nederlandsche Bank ter afremming van de kredietverlening door de handelsbanken en landbouvokredietinstellingen De ontwikkeling van de kredietverlening had de Nederlandsche Bank vorig jaar reeds aanleiding gegeven tot overleg met de handelsbanken en landbouwkredietin stellingen. In mei 1960 werd als resultaat van dit overleg overeenstemming bereikt 680

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 4