Aantekeningen bij de statistische gegevens
Gedurende de maand mei zijn de liquide middelen bij de boerenleenbanken wederom gestegen. Deze toene
ming kunnen we enerzijds verklaren uit de stijging van de toevertrouwde middelen, anderzijds uit de daling
van de kredieten in rekening-courant.
Bij de toevertrouwde middelen constateren we een stijging van de spaargelden en een toename van het te
goed, dat de rekeninghouders in rekening-courant aanhouden.
De spaargelden zijn gedurende deze maand toegenomen met 20,5 miljoen, terwijl de creditsaldi in reke
ning-courant een aanwas vertoonden van J 9,- miljoen. Per saldo stegen de toevertrouwde middelen dus met
29,5 miljoen. Hiertegenover daalden de credieten in rekening-courant van 137,9 miljoen per 30 april tot
130,5 miljoen ultimo mei.
Deze ontwikkeling is in overeenstemming met het seizoenmatige karakter van de landbouw. In deze tijd van
het jaar vindt bij de tuinbouwbedrijven de afrekening plaats van de verkochte producten, welke onder glas
zijn geteeld. Als gevolg hiervan stijgen de creditsaldi en nemen de debetsaldi af. In de overige landbouwgebie
den en wel met name in de gemengde bedrijven en de akkerbouwbedrijven zijn de voorbereidingen voor de
nieuwe oogst reeds getroffen. In deze gebieden zal geen verder beroep op de credietfaciliteiten bij de boeren
leenbanken worden gedaan, terwijl de tegoeden niet worden aangetast.
De kredietverlening in de vorm van voorschotten blijft zich uitbreiden. Gedurende de maand mei werd een
toename genoteerd van bijna 17,- miljoen.
Volgens de voorlopige cijfers is er bij de boerenleenbanken, aangesloten bij de Centrale Bank in juni 75,3
miljoen ingelegd en J 59,2 miljoen terugbetaald, zodat er een spaaroverschot werd geregistreerd van 16,1
miljoen. Het spaarsaldo van de boerenleenbanken, aangesloten bij de Raiffeisenbank te Utrecht, beliep volgens
de voorlopige gegevens 19,1 miljoen, terwijl bij de R.P.S. 11,1 miljoen meer werd ingelegd dan terug
betaald.