Boerenleenbankpraktijk Archief van de plaatselijke bank De circulaire, die dezer dagen verschijnt terzake van de bewaartermijn van boe ken en bescheiden in het archief van de plaatselijke boerenleenbanken, roept onwil lekeurig de vraag op, wat de meest doelma tige inrichting van het archief moet wor den geacht. De inrichting van het archief is in de eerste plaats gebonden aan de daarvoor beschik bare ruimte. Niet alle banken beschikken nog over een archiefruimte, die aan de te stellen eisen voldoet, doch bij de nieuw bouw van banken wordt daarin als regel in voldoende mate voorzien. Ook als evenwel de archiefruimte niet ideaal mag worden genoemd, zal toch bij voortduring ge streefd moeten worden naar ordelijke op berging van boeken en bescheiden. Dit houdt in, dat snel en gemakkelijk stukken kunnen worden nageslagen, terwijl de boe ken en bescheiden, die voor vernietiging in aanmerking komen zonder extra moeite uit het archief kunnen worden verwijderd. Een en ander maakt het noodzakelijk hij de opberging van afgewerkte bescheiden een vast systeem te volgen, waarbij a. bij elkander behorende bescheiden inder daad bij elkander en in de juiste volgorde worden gehouden; b. vermeden wordt, dat bescheiden van verschillende boekjaren bijeen worden opgeborgen; c. bij de opberging per boekjaar een schei ding wordt gemaakt tussen bescheiden, die 30 jaren en bescheiden, die 10 jaren moeten worden bewaard. Bovenstaande richtlijnen behoeven niet in te houden, dat alle boeken en bescheiden betrekking hebbende op een bepaald boek jaar in het archief hij elkander een plaats vinden. liet verdient waarschijnlijk de voorkeur om b.v. de kas en andere beschei den boekjaar na boekjaar bij elkander in het archief te plaatsen, mits per boekjaar gescheiden. Zo zullen ook dagboeken, kas- staten, grootboeken en rekeningkaarten, etc. in tijdsvolgorde, respectievelijk num mervolgorde bij elkander worden geplaatst om het opzoeken van gegevens te verge makkelijken. Andere bescheiden, zoals saldo-biljetten van lopende rekeninghou ders en van bewaargevers van effekten, maandstaten, uittreksels enz. kunnen, in dien de hoeveelheid op zich niet groot is, per boekjaar bijeen in het archief worden opgeborgen. Stukken betrekking hebbende op afgelos te respectievelijk beëindigde voorschotten en kredieten worden opgeborgen per boekjaar, waarin de afwikkeling heelt plaats gehad, doch zo nodig gesplitst in

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 40