unmuu;^
Boerenleenbank Gaanderen
tonrechter schriftelijk te verzoeken hem
alsnog daartoe te willen machtigen op voor
waarde, dat ook bij de Spaarbank van de
Boerenleenbank de gelden zullen worden
geplaatst op een rekening over welker te
goed tijdens de minderjarigheid van de re
keninghouder niet mag worden beschikt
behoudens machtiging van de kantonrech
ter. Wij verwachten van onze h.h. kassiers,
dat zij in voorkomende gevallen hun cliën
ten bij het opstellen van zulk een verzoek
schrift behulpzaam zullen zijn indien zulks
door de cliënt wordt op prijs gesteld.
Wij kunnen natuurlijk niet garanderen, dat
op zulk een verzoek ook werkelijk een gun
stige beslissing zal volgen. Er zullen n.1. nog
altijd wel kantonrechters overblijven, die
het nodig oordelen zich punctueel aan het
in de aanhef van dit artikel opgenomen lijst
je te houden, zonder rekening ermede te
houden, dat de wet zelf hen toestaat ook tot
het doen van andere beleggingen dan aldaar
genoemd machtiging te verlenen. Het is
daarom zo jammer dat dezelfde bepaling
woordelijk is overgenomen in het reeds
door de beide Kamers van de Staten Gene
raal aanvaarde eerste Boek van het nieuwe
Burgerlijk Wetboek. Bij de behandeling