RECHT EN WET
Het beleggen van gelden
van minderjarigen
Ouders en voogden komen nog al eens voor
het feit te staan dat zij gelden moeten be
leggen, die door hen zijn ontvangen voor
de aan hun zorgen toevertrouwde minder
jarigen. Vele jaren geleden hebben wij al
eens er op gewezen dat het Burgerlijk Wet
boek dienaangaande duidelijke voorschrif
ten bevat. Men zie in dit verhand de Mede
delingen van september 1949 no. 358 blz.
7350 en volgende.
Bepaald is n.1. dat de vader of de voogd
zonder machtiging van de kantonrechter
de gelden van de minderjarigen alleen mag
beleggen in:
a. onroerende goederen,
b. leningen gedekt door eerste hypotheek
op onroerende goederen of schepen wel
ke een overwaarde vertegenwoordigen
van teminste 1/3 van de geschatte waar
de,
c. waarden genoemd in artikel 5 van de
Beleggingswet, waarmede voorname
lijk worden bedoeld schuldbekentenis
sen en obligaties, lopende ten laste van
de Nederlandse Staat, de provincies, ge
meenten en waterschappen of door een
van deze lichamen gewaarborgd, alsme
de schuldbrieven uitgegeven door over
eenkomstig de Ned. Wet opgerichte,
uitsluitend in Nederland werkende hy
potheekbanken,
d. inlagen bij de Rijkspostspaarbank op
speciaal daarvoor bestemde boekjes (de
z.g. B.E.M. boekjes).
Het bovenstaande betekent niet, dat ande
re beleggingen zonder meer zouden verbo
den zijn doch alleen dat de vader of de
voogd voor het doen van andere beleggin
gen dan die welke in het lijstje zijn vermeld,
machtiging behoeft van de kantonrechter.
Wil hij derhalve voor zijn pupil pandbrie
ven aankopen, uitgegeven door de N.V.
Boeren Hypotheekbank, dan kan hij rustig
zijn gang gaan doch voor het heieggen van
diens gelden bij de Boerenleenbank resp.
hare Stichting Spaarbank behoeft bij de
machtiging van de kantonrechter. Alleen
aan de Rijkspostspaarbank blijkt n.1. de eer
te beurt te zijn gevallen met name te zijn
vermeld.
Verschillende Boerenleenbanken hebben
ondervonden dat dit in de praktijk nog al
eens tot moeilijkheden kan leiden indien de
vader of de voogd aan belegging bij de Boe
renleenbank resp. haar Stichting Spaarbank
de voorkeur geeft boven de Rijkspostspaar
bank.
Dikwijls krijgt n.1. de vader of de voogd hij
het passeren van de akte waarbij aan de min
derjarige een geldvordering wordt toebe
deeld van de notaris te horen dat het be
drag moet worden belegd bij de Rijkspost
spaarbank en dat het betrokken boekje