verlening op basis van de vermogensposi tie en bedrijfseconomische gegevens van de bedrijven. Degenen, die de gang van zaken in het boe renleenbankwezen hebben gevolgd, weten, dat niet alleen binnen onze organisatie, maar ook bij de Utrechtse banken de uit werking van de gelijkluidende suggestie van de Commissie Landbouwkrediet in een vergevorderd stadium verkeert. Het kan echter goed zijn om de eerder weergege ven stellingen in het discussie-rapport van enkele aantekeningen te voorzien. De bedrijfseconomische gegevens Wie de wens uitspreekt tot kredietverle ning op basis van bedrijfseconomische ge gevens, d.w.z. zonder zakelijke zekerheid, moet wel bedenken dat een grote meerder heid van de agrarische ondernemers deze gegevens, zoals de zaken thans staan, niet kunnen verstrekken. Elders in het discussie-rapport (punt 31) wordt dan ook gesteld, dat de landbouw- boekhoudbureaus op korte termijn uitbrei ding moeten geven aan de bedrijfsecono mische boekhoudingen. Deze zullen dan het uitgangspunt moeten vormen voor de individuele advisering van de ondernemers. Hieraan zou naar onze mening kunnen worden toegevoegd, dat men er allereerst naar dient te streven de ondernemers een beter inzicht bij te brengen in het belang van een goede boekhouding, die in voldoen de mate gespecificeerd is. Bij de voorlich ting hieromtrent kan men de ondernemers duidelijk maken, dat de boekhouding hun inzicht in hun eigen bedrijf zal verbeteren. Daarnaast dient men erop te wijzen, dat de aanwezigheid van een goede boekhouding noodzakelijk is bij het overleg met de bank, als de ondernemer wil gaan investeren en voor de financiering daarvan geheel ot ge deeltelijk op de bank is aangewezen. Ook op bedrijven waar de overneming op korte termijn is te verwachten, zal de boer of tuinder het belang van een goede boekhou ding voor zijn zoon en opvolger inzien. De boekhoudbureaus zullen er naar moeten streven, in samenwerking met hun cliën ten, dat de gegevens op korte termijn kun nen worden verwerkt. De vermogenspositie Bij uitbreiding van de kredietverlening zonder zakelijke zekerheid wil men deze, behalve op de bedrijfseconomische gege vens, ook op de vermogenspositie baseren. Wij mogen veronderstellen, dat de samen stellers van het discussie-rapport evenals wij ervan uitgaan, dat de vermogenspo sitie bij dergelijke financieringen gunstig moet zijn. Het discussie-rapport gaat er echter aan voorbij, dat de meeste en groot ste financieringsmoeilijkheden zich juist voordoen bij een ongunstige vermogenspo sitie. Het is niet mogelijk een algemeen gelden de maatstaf te geven voor het vereiste mi nimum aan risicodragend vermogen. Daar van zal afhangen of en in hoeverre de boe renleenbank kan voorzien in de financie ring van de kapitaal-onttrekking, die nodig is voor de niet-agrarische opleiding van kin deren en voor de uitkering van erfdelen aan niet-agrarische familieleden, en daar- 701

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 25