commissie duidelijk beantwoord. De nood zakelijkheid van een minimum verzeke ringspakket tegen de gezinsrisico's, die de bestaanszekerheid van boeren en tuinders kunnen bedreigen, is duidelijk aangetoond. Tot die gezinsrisico's die voor tenminste een minimum verzekering in aanmerking komen, kunnen worden gerekend de kos ten en/of inkomstenderving voortvloeien de uit ziekten en ongeval, uit vroegtijdig overlijden en ouderdom, uit wettelijke aan sprakelijkheid en uit de verbranding van woonhuis en inboedel. De commissie heeft een minimum verzekeringspakket ontwor pen, dat behelst het minimum aan risico dekking, dat iedere agrarische ondernemer zich zou moeten verwerven, die zich be wust is van zijn verantwoordelijkheid voor de bestaanszekerheid van zichzelf en zijn gezin. In dit minimum verzekeringspakket wordt een belangrijke plaats ingenomen door de verzekering tegen de kosten en de inkomstenderving ten gevolge van vroeg tijdig overlijden van de kostwinner of ten gevolge van zijn arbeidsongeschiktheid door ouderdom. Daarbij heeft de commis sie geconstateerd, dat de uitkeringen inge volge de volksverzekeringen bekend onder de naam A.O.W. en A.W.W. de bestaans zekerheid niet tenvolle garanderen. Deze situatie is in overeenstemming met het ka rakter van bodemvoorziening, dat aan bei de volksverzekeringen eigen is. Na een dui delijke beschouwing komt de commissie tot de conclusie, dat voor een minimale dek king van het risico van vroegtijdig overlij den van het gezinshoofd boven de uit kering ingevolge de A.W.W. een weduwe rente van afgerond 2.000,— per jaar dient verzekerd te worden. Als aanvullende mi nimum voorziening voor de oude dag is in het ontworpen minimum verzekeringspak ket opgenomen een jaarrente van circa 1.200,— uit te keren na de 65-jarige leet- tijd of een daarmede corresponderende ka pitaalsuitkering op de 65e verjaardag. Een dergelijke gecombineerde dekking zou kunnen worden geboden in de vorm van een zogenaamde ideaalverzekering, die in het rapport van de commissie nader is uit gewerkt. Indien een dergelijke gecombi neerde verzekering op 25 jaar wordt afge sloten, is daarvoor een premie verschuldigd van 488,— per jaar. Met een dergelijke verzekering zou met inachtneming van de uitkeringen ingevolge de A.O.W. en de A.W.W. een minimum levensbehoefte zijn gedekt, op basis van een bedrag van 4.200,—, dat aan uitkeringen zou worden ontvangen, waarbij nog zou komen de op brengst van het in het bedrijf geïnvesteer de kapitaal. Hiermede zou een minimum behoefte in redelijke mate zijn gedekt. Namens U allen zou ik de commissie van de K.N.B.T.B. van harte willen dank zeg gen voor de duidelijke aanwijziging, die zij aldus heeft verstrekt, voor een minimum noodzakelijke dekking op het gebied van de levensverzekering. Het is een groot be lang van de boeren en tuinders zelt, dat zij nu op verzekeringsgebied precies weten, waaraan zij toe zijn, evenals voor al diege nen die tot taak hebben hen met raad en daad terzijde te staan. Daartoe behoren op verzekeringsgebied de met onze B.T.L. nauw samenwerkende gewestelijke verze keringsinstellingen. Ongetwijfeld zou het een zegen zijn voor de Nederlandse boeren 697

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 21