Jaarvergadering van de Boeren en Tuinders Levensverzekering Door de Voorzitter werd de volgende in leiding gehouden: Het jaar 1960 was voor onze Boeren en Tuinders Levensverzekering N.V. een jaar van rustige verdere ontwikkeling. Vooral in de afdeling van de individuele verzeke ringen nam de produktie vergeleken met het voorafgaande jaar wederom bevredi gend toe. Beliep de vooruitgang in de indi viduele portefeuille in 1958 bijna 33 mil joen en in 1959 nagenoeg 39 miljoen, dit is een stijging van de produktie met 6 miljoen, in 1960 steeg de produktie van de individuele verzekeringen wederom met nagenoeg 10 miljoen tot een bedrag van ruim f 40 miljoen. In de aanhef van het jaarverslag wordt ge wezen op de merkwaardigheid, dat de pro duktie van levensverzekeringen ten platte- lande een dergelijke stijging heeft te zien gegeven, terwijl in twee opeenvolgende ja ren de resultaten van een aantal agrarische bedrijven beneden het gemiddelde zijn ge bleven; in 1959 als gevolg van een catastro fale droogte en in 1960 ten gevolge van een abnormaal grote regenval. Ter verklaring van het verschijnsel, dat desondanks de vooruitgang in de individuele sector be langrijk groter was dan het voorafgaande jaar wordt in het jaarverslag terecht gewe zen op de geringere verzekeringsdichtheid ten plattelande dan in de steden. Tot voor kort moest worden geconstateerd, dat de agrarische bevolking nog niet zo zeer op verzekering van allerlei risico's was inge steld. Tegenslagen in de vorm van vroeg tijdig overlijden, van invaliditeit, ziekte en ongeval, brand e.d. werden evenals misoog sten min of meer gelaten aanvaard. Ook kwam daarbij, dat veelal de financiële mo gelijkheden ontbraken om vaste geldelijke verplichtingen van enige omvang te aan vaarden. In een en ander is thans verandering geko men. Het vraagstuk van de bestaanszeker heid van de werkende mens, dat na de twee de wereldoorlog in het middelpunt van de belangstelling is gekomen, heeft zich ook voor de agrarische bevolking gesteld. De K.N.B.T.B. heeft ook daarin getoond de vragen van de tijd te verstaan. Door het Be stuur werd een commissie in het leven ge roepen met de opdracht om na te gaan of en in hoeverre het noodzakelijk en moge lijk is, dat ook de kleine ondernemers, en met name de boeren en tuinders, verzeke ringen sluiten om de bestaanszekerheid van henzelf en hun gezinnen redelijk te be schermen tegen calamiteiten in de persoon lijke sfeer. Deze commissie, die werkzaam was onder voorzitterschap van de heer A. C. Kemmeren, heeft inmiddels haar rap port uitgebracht. Beide vragen zijn door de 696

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 20