ke ongewisheid inzake de uiteindelijke fis
cale winstbepaling de exploitatie en derhal
ve de financiering van een dergelijk bedrijf
onmogelijk maakt.
Nogmaals moge worden herhaald: fiscale
faciliteiten voor de coöperaties, die in de
meeste andere landen, waarmede de Neder
landse boeren en tuinders op de afzetmark
ten moeten concurreren, wel bestaan, wor
den niet gevraagd. Hetgeen echter wel
wordt gevraagd en zulks in het bijzonder
met het oog op de inkomenspositie van de
boeren en tuinders in een industrialiseren
de streek is: geen fiscale experimenten
ten nadele van de coöperaties en zeker geen
fiscale experimenten, die niemand oirbaar
zou achten bij de belastingregeling van an
dere contribuabelen.
8. Verruiming van afzetmogelijkheden
met name door de export is een ander mid
del tot verbetering van de inkomenspositie
van boeren en tuinders, die voor hun ver
edelde produkten afzet moeten vinden op
de Europese en op de wereldmarkten. Het
kan wederom niet in de bedoeling liggen
om alle aspecten van exportbevordering in
het bijzonder door contingentverruiming
en verlaging van invoerrechten in de in-
voerlanden te behandelen. Een aspect daar
van mag echter niet onbesproken blijven,
namelijk het E.E.G.-aspect. Het is hoogst
actueel. Wij staan in de ontwikkeling van
de economische integratie binnen het ka
der van de E.E.G. voor nieuwe evenemen
ten: vooreerst, een tweede versnelling nog
in de loop van 1961 van de contingentsver
ruiming en van de verlaging der invoer
rechten; voorts de overgang naar de twee
de etappe. Telkens opnieuw rijst de vraag:
moet de versnelling ook voor de landbouw
gelden? Kan de overgang naar de tweede
etappe plaats vinden ook zonder dat verder
voortgang is gemaakt in de ontwikkeling
van de gemeenschappelijke landbouw poli
tiek?
Ik weet het: er zijn er ook in politicis, die
twijfelen; die de landbouw in het integra
tie-proces zouden willen loshaken, indien
daardoor de industriële integratie sneller
zou kunnen worden tot stand gebracht.
Het is zeer zeker ook een specifiek belang
van land- en tuinbouw in een gebied waar
industrie en landbouw in wisselwerking
met elkaar tot ontplooiing moeten komen,
dat aan dergelijke gedachten niet wordt
toegegeven.
Voet bij stuk houden is de wens van het
agrarische bedrijfsleven: versnelling van de
integratie ook voor de landbouw, anders
geen versnelling. Of nog beter, zoals nie
mand minder dan de Franse Minister-Pre
sident het stelde aan het slot van een groot
landbouw-congres in Frankrijk, waar 3000
landbouwvertegenwoordigers in vergade
ring bijeen waren. Blijkens 'Lc Monde' van
30 mei jl. heeft de Franse Minister-Presi
dent op deze massa-bijeenkomst gesteld: of
wel de gemeenschappelijke landbouwpoli
tiek komt tot stand of Frankrijk zal ervan
afzien om nog verder het Verdrag betref
fende de gemeenschappelijke markt uit te
voeren.
Het werd aldus door de Franse Minister-
President kras maar duidelijk gesteld; daar
mede werd echter een hart onder de riem
gestoken van allen, die op het standpunt
staan, dat zonder verdere integratie in de
689