zensfunctic dodelijk getroffen, indien de
fiscus de bevoegdheid zou krijgen tot een
fiscale winstvaststelling, die uitsluitend
voor coöperaties zou gelden en die haar
uitgangspunt zou vinden in de mogelijk
heid om de in rekening gebrachte prijzen
voor aan de boeren geleverde goederen of
de uitgekeerde prijzen voor de oogstpro-
dukten achteraf te corrigeren op basis van
een door de fiscus te fingeren prijsvorming,
tlie op de desbetreffende markten zou zijn
tot stand gekomen, indien de coöperaties
daarop geen invloed zouden hebben kun
nen uitoefenen.
Als gevolg van een aldus geregelde belas
tinghei ting, die thans door de Regering is
voorgesteld, zou door een voor de land
bouw ongunstiger prijsvorming de relatieve
inkomenspositie van de landbouw, die toch
al ongunstig is, nog verder worden ver
slechterd, hetgeen juist het tegendeel is van
hetgeen moet worden nagestreefd. Voorts
zou de financiering van de landbouw-coö-
peraties geheel op losse schroeven komen te
staan. Men stelle zich nog eens voor ogen
het reeds genoemde voorbeeld van de coö
peratieve kuikenslachterij, die op basis van
coöperatieve samenwerking geheel door
het coöperatieve landbouwkrediet met vele
miljoenen is gefinancierd. Voor een derge
lijke financiering komt de basis volledig te
ontbreken, indien de belastinginspectie eni
ge jaren na de balansvaststelling aldus
zou de praktijk worden, indien het desbe
treffend wetsvoorstel ongewijzigd zou
worden aanvaard de aanslag vennoot
schapsbelasting van een dergelijk coöpera
tief bedrijf zou regelen op een lagere dan
de in werkelijkheid voor de overgenomen
.688
kuikens aan de mesters betaalde prijs. Deze
fiscale prijsvaststelling zou zelfs lager kun
nen uitvallen dan de prijs, waarvoor de kui
kens door de niet-coöperatieve slachterijen
zijn overgenomen. Alleen immers ten aan
zien van de coöperaties zou de fiscus de be
voegdheid krijgen om bij de vaststelling van
de fiscale winst uit te gaan van een prijs,
die op de desbetreffende markt zou zijn tot
stand gekomen, indien het bestaan van coö
peraties op die markt geen invloed zou heb
ben uitgeoefend. Zonder twijfel wordt im
mers de prijs, waarvoor de kuikens aan de
slachterijen worden afgeleverd, beïnvloed
door het optreden van deze coöperatie.
Deze is immers uit de aard van haar coöpe
ratieve bedrijfsvoering erop uit om, met
handhaving van een op versterking van
haar financiële positie gerichte reservevor
ming, waarvoor uiteraard belasting moet
worden betaald, aan de mesters een zo hoog
mogelijke kg.-prijs voor de kuikens te be
talen. Juist in een dergelijk geval zou de fis
cus bij onverhoopte aanvaarding van het
wetsvoorstel achteraf de in werkelijkheid
voor de kuikens betaalde kg.-prijs op een
lager bedrag kunnen vaststellen en zelfs op
een lager bedrag dan door de niet-coöpera-
tieve slachterijen wordt betaald en hierdoor
alsnog over enige jaren een navordering
kunnen indienen, die miljoenen guldens
zou kunnen bedragen; dat zulks fnuikend
zou kunnen zijn voor de financiële positie
van een dergelijk coöperatief bedrijf,
spreekt voor zichzelf.
liet zal zo'n vaart met de toepassing van
dat eventuele wetsartikel wel niet lopen,
hoor ik al opmerken. Maar het moet toch
duidelijk zijn, dat alleen reeds een dergelij-