arbeidsproduktiviteit van dc landbouw steeg in de periode 1950-1960 in Noord- Brabant met gemiddeld 5,5% per jaar. Voor Oost-Brabant alleen is deze produktiviteits- stijging nog groter geweest. Dit is bereikt door een sterke mechanisatie, een meer ef ficiënte bedrijfsvoering en door verande ringen in de bedrijfsstruktuur, die hebben geleid tot ontmenging en specialisatie. Op de zandgronden gaat deze in de richting van produkten als varkens, kippen en voor al slachteenden en slachtkuikens, terwijl zich ook duidelijk een ontwikkeling in de richting van de tuinbouw aftekent. 6. In het welvaartsstreven van een indus trialiserend gewest speelt de wisselwerking tussen industriële en landbouwkundige ont wikkeling een grote rol. De toenemende welvaart schept nieuwe afzetmogelijkhe den voor de veredelde landbouwprodukten. Als gevolg van niet-agrarische vestigingen op het platteland enerzijds en anderzijds doordat kinderen uit boerengezinnen een beroep buiten de landbouw hebben geko zen komen steeds meer plattelanders in contact met een niet-agrarisch milieu. Hier door worden denkwijze, levensstijl en le vensgewoonten sterk beïnvloed. Hieruit resulteerde de laatste jaren een verminde ring van de weerstanden tegen bet werken buiten de landbouw, een meer verantwoor de beroepskeuze en een grotere belangstel ling zowel voor het voortgezette agrarische als niet-agrarische onderwijs. Ongeacht de mogelijkheden welke de landbouw biedt, zullen de jongeren zich bij hun beroepskeu ze steeds scherper de mogelijkheden van een niet-agrarisch beroep realiseren. Men 686 wordt zich namelijk bewust van het feit, dat ondanks een sterke produktiestijging, de welvaartsontwikkeling ten plattelande is achtergebleven bij vele andere groepen. Wil de landbouw in een dergelijk gebied zijn belangrijke positie handhaven, dan zal het beleid vooral moeten zijn gericht op verhoging van het inkomensniveau en op de verbetering van de omstandigheden, waar onder men op het platteland leeft en werkt. Ondanks de grote veranderingen, die zich in de laatste 10 jaar op het platteland en in de landbouw van dit gewest hebben vol trokken en ondanks de belangrijke stijging van de arbeidsproduktiviteit in de land bouw, is het inkomen van de agrariërs ach tergebleven bij dat van de niet-agrarische bevolkingsgroepen. Dit is voornamelijk een gevolg van de verscherping van de afzet- moeilijkheden voor de produkten van het Brabantse landbouwbedrijf en van de stij ging van het welvaartsniveau buiten de landbouw. Het verdere gedeelte van deze uiteenzet ting zal vooral zijn gewijd aan specifieke maatregelen om in de economische en so- ci ale omstandigheden voor dc toekomst verbetering te brengen. 7. Het ligt niet in de bedoeling om binnen het kader van deze uiteenzetting, de algeme ne aspecten van het markt- en prijsbeleid in de landbouw te behandelen. Voor een gebied als Oost-Brabant is echter wel van beteke nis, dat als het ware van huis uit tle Oost brabantse boeren en tuinders erop uit zijn geweest te trachten door collectieve sa menwerking maximaal hun eigen boontjes te doppen. In dc verzorgingssector heeft

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 10