HET UITVOEREN VAN OPDRACHTEN TOT BELASTINGBETALING Dezer dagen ontvingen wij een schrijven van een belastingconsulent aangaande het uitvoeren van opdrachten tot belastingbe taling. In dit schrijven werd erop gewezen dat het niet noodzakelijk is de belasting in maandtermijnen te voldoen, doch dat meestal volstaan kan worden met betaling in twee termijnen. Dit schrijven geeft ons aanleiding nog maals onder Uw aandacht te brengen het geen wij reeds schreven in de Maandelijk se Mededelingen van augustus 1953. Het in deze mededeling vermelde systeem kan mogelijk voor de boerenleenbanken tot werkbesparing en voor de cliënten tot ren tebesparing aanleiding geven. De betref fende mededeling luidde als volgt: „Wij willen nu even stil staan bij de moge lijkheid om aanslagen in gedeelten te vol doen, terwijl tevens de vervolgingskosten ter sprake zullen worden gebracht. Het betreft hier de invordering van 's Rijks directe belastingen derhalve de belastin gen, welke door de Staat worden geheven en door middel van aanslagbiljetten ter kennis van de belastingschuldige worden gebracht. In hoeveel termijnen maanden) een aanslag door de Rijksontvanger ingevor derd moet worden, staat op het aanslag biljet vermeld. Ook de eerste en laatste vervaldag is als regel onder de dagtekening van het aanslagbiljet opgenomen. De eer ste vervaldag is de laatste dag van de maand volgende op de maand, waarin het aanslag- 670 biljet is gedagtekend. De tweede vervaldag is een maand later en zo vervolgens. Wil men met zijn betalingen precies „bij" zijn, dan zal elke maand een evenredig gedeelte van de aanslag moeten worden voldaan. Bij het voldoen van een aanslag kan men echter rekening houden met het volgende: De Ontvanger begint met het verzenden van aanmaningen na het vervallen van de tweede termijn. Om vervolgingskosten te vermijden, dienen vóór of uiterlijk op de tweede vervaldag, twee evenredige gedeel ten van de totale aanslag te zijn voldaan. Na de eerste vervolging zal de Ontvanger, indien de aanslag in minder dan zeven ter mijnen vervalt, pas na het verschijnen van de laatste vervaldag met de tweede vervol ging aanvangen. Indien men bij het verval len van de tweede termijn aan zijn ver plichtingen tot dusver heeft voldaan, kan desgewenst met het restant van de aanslag gewacht worden tot uiterlijk de laatste vervaldag. Is de aanslag invorderbaar in zeven of meer termijnen, dan heeft er bovendien nog een tussenvervolging plaats en wel na het vervallen van de vijfde termijn. De Ontvanger kan deze tussenvervolging ach terwege laten voor aanslagen, waarop vóór of kort na de eerste vervolging de helft is voldaan. Indien op een dergelijke aanslag vóór of uiterlijk op de tweede vervaldag ruim de helft is voldaan, mag verwacht worden, dat de Ontvanger geen aanma ning bij de tussenvervolging zal zenden. Met de voldoening van het restant van de aanslag kan dan gewacht worden tot uiter lijk de laatste vervaldag."

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 34