Boerenleenbankpraktijk UITBETALING VAN HET GEHELE SPAARTEGOED liet mag bekend worden verondersteld, dat terugbetaling van een gedeelte van een spaartegoed behalve aan de spaarder zelf ook kan geschieden aan een door deze daartoe aangewezen derde. Hoewel de Bank er de voorkeur aan geelt, dat degene die namens de spaarder disponeert daarbij een schriftelijke opdracht van de spaarder overlegt, kan de spaarder een derde ook mondeling machtigen een bedrag ten laste van zijn spaarrekening op te nemen. De Bank mag veronderstellen, dat de spaar der zodanige mondelinge machtiging heeft gegeven als degene, die disponeert in het bezit is van het spaarboekje. Indien echter daaromtrent ook maar enige twijfel be staat, zal de bank niet tot direkte uitbeta ling van het teruggevraagde bedrag over gaan en verlangen dat eerst een daartoe strekkende schriftelijke opdracht van de spaarder wordt overgelegd. Aangeno men mag worden, dat de spaarder zich van een en ander bewust is en er dus ook begrip voor zal hebben als de Bank uitbe taling aan de aanbieder van het boekje meent te moeten weigeren. Het gaat hier immers in de eerste plaats om het bescher men van de belangen van de spaarder zelf. De hierboven geschetste gedragslijn zou ook gevolgd kunnen worden als een ander dan de spaarder tegen overlegging van het boekje het gehele tegoed met de eventu eel te vergoeden rente wenst op te nemen. Kr is in dit geval echter alle aanleiding voor de Bank van de spaarder te verlan gen, dat deze zelf komt om de spaarreke ning op te heffen en het tegoed in ont vangst te nemen. Voor de slotuitbetaling moet n.1. een op de laatste bladzijde van het boekje gestelde verklaring worden ge tekend, inhoudende dat de Bank door te rugbetaling van het saldo met eventuele rente voldaan heeft aan alle uit het spaar boekje voor haar voortvloeiende verplich tingen. Het is duidelijk, dat deze verkla ring door de spaarder zelf moet worden getekend, omdat dan vaststaat, dat de spaarder kennis draagt van het opheffen der spaarrekening. Slechts als redelijker wijze niet verlangd kan worden dat de spaarder zelf op de bank komt, kan tot uit betaling van het gehele tegoed aan een ge machtigde worden overgegaan, mits over legging van een daartoe strekkende op dracht wordt verlangd. Terzake van de regels, die in acht genomen moeten worden bij de uitbetaling van een ten name van een overledene staand spaar tegoed kan verwezen worden naar de be schouwingen over de rechtsgevolgen van bet overlijden in de rubriek Recht en Wet (januari, maart en december 1960). 669

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 33