had betrekking op overige kosten, zoals uit
te keren schadevergoedingen. Op het moei
lijke vraagstuk van de bijdragen door lage
re publiekrechtelijke lichamen in de kos
ten van de uitvoering van werken, die het
algemeen streekbelang betreffen, wordt in
het kader van deze toelichting niet verder
ingegaan.
b. Indien de rechtstreeks het algemeen be
lang dienende werken aldus zouden zijn
afgesplitst en a.h.w. afzonderlijk zouden
zijn gefinancierd, dringt zich met te meer
ernst de vraag op, of er daarnaast nog aan
leiding kan bestaan de investeringen in
ruilverkavelingsverhand, die gericht zijn
op verbetering van de externe productie
omstandigheden, te subsidiëren. Hiervoor
kan worden gewezen op een bijzonder as
pect, dat eigen is aan investeringen in de
landbouw, namelijk dat de produktiviteits-
stijging, die het gevolg daarvan is maar ge
deeltelijk aan de werkers in de landbouw
ten goede komt en veel meer aan de con
sumenten door middel van een relatief la
ge prijs van het levensmiddelenpakket.
Daardoor wordt onder meer de concur
rentiekracht van de Nederlandse industrie
bevorderd. Hierin is een grond gelegen
voor een subsidie bij wijze van stimule
ringspremie. Nog een ander aspect vraagt
in dit verband de aandacht. De niet gesub
sidiëerde kosten worden namelijk ingevol
ge de wettelijke regeling omgeslagen over
de aangelegen grondeigenaren naar de ma
te van het nut van de ruilverkaveling,
waaronder dient te worden verstaan de
waardevermeerdering van hun gronden.
In de praktijk blijkt echter, dat in het be
staande systeem van beheerste grond- en
pachtprijzen de door de ruilverkavelingen
te verwachten inkomstenverhoging zich
niet volledig weerspiegelt in de waarde
van de landbouwgronden.
Voor de grondeigenaar en vooral voor de
eigenaar-verpachter is de waardevermeer
dering afhankelijk van de speelruimte in
de pachtnormen. Uit een onlangs ingesteld
onderzoek naar de resultaten van de ruil
verkaveling „Blijham-Bellingwolde" is ge
bleken, dat de te verwachten inkomens
stijging voor de verpachters nog geen 2o°/o
bedraagt van de te verwachten inkomens
stijging voor de grondgebruikers. Daarom
valt niet eraan te ontkomen om in de sub-
sidiëringspolitiek betreffende ruilverkave-
lingswerken rekening te houden met de
consequenties van het grondprijs- en pacht
prijsregime, indien wordt prijs gesteld op
een voortzetting van de met de ruilverka
velingen tot stand te brengen produktivi-
teitsverhogcnde investeringen. En deze
voortzetting is onontkoombaar, indien men
verpauperisering van bepaalde plattelands
gebieden en het ontstaan van achtergeble
ven gebieden in ons land wil voorkomen.
Vergeten wij niet, dat niets zo tot verdere
achteruitstelling leidt als het dan voortbe
staan van de reeds bestaande achterstel
ling zelf.
De leningspolitiek
De niet-gesubsidiëerde kosten van ruilver-
kavelingswerken worden langs collectieve
weg ten laste van 's Rijks Schatkist gefinan
cierd. Een efficiënte uitvoering van de
werken wordt hierdoor bevorderd. Men
649