kistbiljettcn; in totaal werd circa 170 miljoen toegewezen tegen een rente van 1 5/8°/0 voor 2 jaars, 2 1/8% voor 3 jaars en 3% voor 5 jaars papier. Sedert 4 mei verkocht de Agent van Financiën over de toonbank nog twee- en driejaarsbiljetten tegen de tenderprijs van 2 mei; daarvoor was de belangstelling echter niet erg groot. Wél was er nog belangstelling voor de 5- jaars biljetten waarvan de rente met 3% vrij hoog was uitgevallen; daarvoor bleef het Agentschap verder echter dicht. Reeds op 10 mei volgde nog een inschrijving op 3- en 12-maands schatkistpromessen; deze tender leverde de schatkist nogeens 127 miljoen op tegen de lage tarieven van 7/8% en 1%%. Dat men deze lage discon to's nog als „niet ongunstig" bestempelt, duidt er wel op hoe moeilijk het is om voor liquiditeiten een enigszins redelijke belegging te vinden. De hoge kosten, die thans zijn verbonden aan indekking van het koersrisico bij uitzettingen in het bui tenland, zijn hieraan zeker niet vreemd. Koerstabel Uit de koersontwikkeling op de obligatie- markt blijkt, dat aanvankelijk iets te ruim gebruik is gemaakt van de uitwijkmoge lijkheid van de typische geldmarktuitzet tingen naar de kortlopende obligatielenin gen als 3% Nederland 1962-64 en 3% In vesteringscertificaten. De koersen van de ze leningen liepen iets terug doch blijven niettemin boven pari noteren. Langerlo- pcnde leningen profiteerden daarentegen steeds meer van de dalende rentestand. Opmerkelijk is daarbij, dat de leningen met een couponrente beneden 4% aanmer kelijk sneller in koers stijgen dan de lenin gen met een couponrente boven 4%; voor de eerste groep is daarmede het effectieve rendement gedaald tot rond 3,80%, bij de tweede groep blijft het nog rond 4%). Het voordeel van een belastingvrije aflossings winst bij de laagrentende fondsen en de kwade kans op vervroegde aflossing bij hoogrentende leningen, die boven pari no teren, schijnen de koersvorming sterk te beïnvloeden. 6-4-1 961 4-5-1 961 3V2V0 Nederland 1947 94"/ (3,86%)) 9415A >i (3,85%) 3 V4°/o Nederland 1954 9*% (3,95%) 94% (3 >79%) 3%% Nederland 1953 98V2 (3,92%) 99% (3,82%) 41 Nederland 1939 IO2V4 (4,23%) 103 Vu (4,16%) 3 72°/o Nederland 1956 96V4 (3,94%) 97% (3 >77%) 4%% Nederland 1959 1017* (4,1 2%) 102"/ ji (3,96%) 3°/° Grootboek 1946 94% (3,72%) 95% (3,61%) 3% Investeringscert. ioo3/, 2,92®/0) ioo'/if (3,00%) 3% Nederland 1962-64 1 oo5/8 (2,83%) 1 oo1/-. (2,87%)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 80