J. M. W. Gubbels,
M. I,. II. Cornelussen,
F. Gort/,
Voorzitter van het Bestuur van tic Boerenleenbank te Baar-
lo;
President van de Raad van Toezicht van de Boerenleenbank
te Roggel;
Kassier van de Boerenleenbank te Beek L.
C. G. A. Mertens,
Mr. Ph. C. M. v. Campen,
Mr. F. J. F. Claessens,
I)rs. F. P. J. Bakx,
Mr. J. F. A. M. Switzar,
Joh. Frkelens,
President van de Raad t an Toezicht van de Centrale Bank;
algemeen directeur;
directeur;
directeur;
hoofd rechtskundige afdeling;
hoofd-inspecteur;
Drs. G. A. A. van der Linden, hoofd-inspecteur;
K. F. A. Rondten,
Secretaris:
Mr. II. C. J.IeLoux,
directeur van het Bijkantoor te Arnhem.
plaatsvervangend hoofd rechtskundige afdeling.
Gaarne spreek ik mijn voldoening erover uit, dat Mr. Delhougne, de voorzitter van het be
stuur, zich bereid heelt verklaard om zelf het voorzitterschap van deze reorganisatie
commissie waar te nemen. Dit waarborgt een degelijke en voortvarende behandeling van
de voorstellen in de commissie. Ik zou dan ook willen voorstellen, dat wij het advies van
de commissie afwachten, alvorens verder op deze voorstellen in te gaan.
V O ORSTEL IN ZAKE DE
K R E DIE T RISICOV ERZEKERIN GM A A T SC H AP P IJ
Rest dan tenslotte het voorstel inzake de oprichting van een kredietrisicoverzekeringmaat-
schappij, dat aan de orde komt onder punt 9 van de agenda.
In mijn inleiding tot deze algemene vergadering mocht ik daarover reeds spreken. Het is
een belangrijk voorstel, dat getuigt van een ernstige poging om binnen het kader van de
landbouwkredietorganisatie een nieuwe vorm van kredietverlening mogelijk temaken, die
is gebaseerd op de vermogenspositie en de bedrijfs-economische gegevens van de bedrij
ven. Hierdoor zal goeddeels kunnen worden voorzien in de toenemende kapitaalbehoefte,
die zich zal voordoen, niet alleen op de eigenlijke landbouwondernemingen, maar ook in
de sleer van de dienstenverlening en de bewaring en bewerking der produkten. Daar
mede zal waarschijnlijk niet in alle gevallen in een wenselijke of noodzakelijke financie
ring kunnen worden voorzien. Een aanvullend optreden van de overheid blijft dan ook
geboden, waarbij naar een zo harmonieus mogelijke samenwerking zal moeten worden ge
streefd. Waarschijnlijk zal de financiële hulp van de overheid niet achterwege kunnen