Anderzijds zou de taak van de raad van
toezicht worden verzwaard voorzoveel
betreft de controle achteraf. Deze ver
schuiving zou tevens moeten medebren
gen, dat de modelstatuten in die zin zou
den moeten worden gewijzigd, dat de raad
van toezicht in het vervolg afzonderlijk
zou vergaderen.
Reorganisatie Commissie
Indien het statuut van de plaatselijke boe
renleenbanken op de helling zou worden
gebracht, zou daarvan gebruik kunnen
worden gemaakt tegelijkertijd enige an
dere voorzieningen aan de orde te stellen.
Aldus zou in overweging kunnen worden
genomen om het lidmaatschap van de boe
renleenbanken ook open te stellen voor
rechtspersonen, die niet op het gebied van
de landbouw werkzaam zijn.
De mogelijkheid zou kunnen worden ge
opend om voor bijzondere werkzaamhe
den van de leden van het bestuur en van
de raad van toezicht behalve het vacatie
geld een vergoeding toe te kennen.
De statutaire bevoegdheid van de kassier
tot het tekenen van stukken zou kunnen
worden verruimd.
De benoeming van een kassier telkens voor
vier jaar zou kunnen vervallen.
Ook de beperking van de mogelijkheid
spaargelden bij plaatselijke boerenleen
banken uit te zetten zou kunnen worden
opgeheven.
Ook zou kunnen vervallen het voorschrift,
dat bij het verlenen van voorschotten en
kredieten buiten de landbouw, voorzover
deze 5.000,- te boven gaan, zulks slechts
618
kan geschieden, indien zakelijke zekerheid
wordt gesteld in de vorm van eerste hypo
theek. Deze bijzondere eis t.a.v. niet-land-
bouwers zou kunnen vervallen. Ook voor
de toekomst zou de twijfel dienen te wor
den weggenomen, die bij de geldende sta
tutaire regeling bestaat, dat ook scheeps-
hypotheek in beginsel als dekking kan wor
den geaccepteerd.
Voorzoveel betreft de andere zekerheids
middelen dan hypotheek, borgstelling en
onderpand van effecten e.d., wordt voor
gesteld dergelijke andere dekkingen bij
voorkeur zoveel mogelijk aan te vullen met
een krediet verzekering, waardoor deze ze
kerheidsmiddelen tezamen met een kre
dietverzekering een meer zelfstandige
functie kunnen krijgen.
Tenslotte is de wenselijkheid gebleken het
begrip landbouwbedrijt in de statuten van
de plaatselijke boerenleenbanken uit te
breiden met loonbedrijven, die ten dienste
van landbouwbedrijven werkzaam zijn.
Het gevolg hiervan zou zijn, dat deze loon
bedrijven op dezelfde voet voor de kre
diet- en voorschotverlening van de boe
renleenbanken in aanmerking kunnen ko
men, zoals thans voor de landbouwbedrij
ven is of zal worden geregeld.
Dat onze boerenleenbanken door al deze
voorzieningen voor een veel meer ver
zwaarde taak met name op het stuk van de
krediet- en voorschotverlening zullen ko
men te staan, spreekt voor zichzelf. Aan
deze verzwaarde taak zullen de boeren
leenbanken slechts kunnen voldoen, indien
zij haar financiële kracht zoveel mogelijk
versterken. Deze versterking dienen de
boerenleenbanken in de eerste plaats indi-