binnen het kader van onze landbouwkre
dietorganisatie aan de conclusies en aan
bevelingen van de Commissie Land
bouwkrediet een maximale toepassing te
verschaffen."
Betreffende de inhoud van het rapport kan
nog worden medegedeeld, dat bij het tot
stand brengen daarvan op een gelukkige
wijze kon worden voortgebouwd op de
werkzaamheden van een Studiecommissie
van de Katholieke Nederlandsche Boeren-
en Tuindersbond, die inmiddels over enige
van de hiervoor genoemde onderwerpen
eveneens een advies had uitgebracht. Dit
advies is in zijn geheel in het directierap
port opgenomen.
Aan het genoemde voorwoord bij het di
rectierapport ontlenen wij verder nog het
navolgende:
„Op basis van het directie-rapport kan
thans de besluitvorming in onze land
bouwkredietorganisatie worden voor
bereid. Met een bespreking daarvan zal
een aanvang kunnen worden gemaakt
op de a.s. voorjaarscursussen, alsmede op
de algemene vergadering, die 8 mei a.s.
zal worden gehouden. Het ligt in de be
doeling, dat daarna de voorstellen tot
wijziging van de modelstatuten van aan
gesloten boerenleenbanken zullen wor
den besproken in een commissie, waar
toe onder meer een vijftiental beheer
ders en kassiers zullen worden uitgeno
digd. Op de a.s. algemene vergadering
zou reeds een principieel besluit kunnen
worden genomen over de oprichting van
een kredietrisicoverzekeringmaatschap-
pij binnen het kader van onze land
bouwkredietorganisatie en over de sta
tutenwijziging van de N.V. Boeren-Hv-
potheekbank.
In een volgende algemene vergadering
zou op basis van het advies van de hier
voor genoemde commissie over de sta
tuten- en reglementswijziging van de
boerenleenbanken, de Centrale Bank en
het Onderling Waarborgfonds kunnen
worden besloten.
Het Bestuur en de Raad van Toezicht
vertrouwen, dat zij hiermede de besluit
vorming in onze landbouwkredietorga
nisatie over de reorganisatievoorstellen,
die met de aanbieding van het directie
rapport aan de orde zijn gesteld, vol
doende hebben voorbereid.
Het woord is thans aan de boerenleen
banken."
Inderdaad: Zo is het. Thans is het aan de
vertegenwoordigers van de boerenleenban
ken om zich uit te spreken niet alleen over
de „blauwdruk" van de reorganisatie van
het landbouwkredietwezen, zoals die in de
desbetreffende voorstellen is uitgewerkt,
maar ook om daarna de daad aan het woord
toe te voegen. De daad namelijk om de
nieuwe werkmethoden in het bijzonder
op het gebied van de kredietverlening in
de praktijk te brengen. Het belang daar
van in een tijd, waarin land- en tuinbouw
zich moeten omschakelen op een steeds
meer kapitaalintensieve bedrijfsvoering,
spreekt voor zichzelf.
Mogen vooral daarin onze boerenleenban
ken hun tijd verstaan.