den worden bereikt heelt waarlijk niet aan U gelegen. Verheugend is het, dat tenmin ste nu sedert enige tijd zekerheid bestaat inzake de toewijzing door de Gemeente Eindhoven van bouwgrond aan het Noord plein. Wij vertrouwen thans spoedig met de bouw te kunnen beginnen. Nogmaals, Mijnheer Smits van Oven, hartelijk dank voor alles wat Gij voor onze organisatie hebt gedaan en vooral voor Uw hartelijke samenwerking in ons bestuurscollege. Een tweede naam, die ik niet stilzwijgend wil voorbijgaan, betreft die van de Heef Kampschöer, die vandaag ook voor het laatst in zijn functie van lid van de Raad van Toezicht aanwezig is. Mijnheer Kamp schöer, sedert 1934 zijt Gij lid van deze Raad geweest en alszodanig heeft er steeds een prettige relatie bestaan niet alleen tus sen U en ons Bestuur maar ook tussen ons en de landelijke en diocesane landbouwor ganisaties, waarvan Gij jaren lang voorzit ter waart en de instellingen, die daarom heen zijn gegroepeerd. Steeds hebt Gij in de Raad van Toezicht niet alleen Uw kri tisch geluid laten horen, maar ook op zeer doeltreffende wijze daar de belangen be pleit, die U in het bijzonder aan het hart lagen. Ik behoef slechts te noemen het In- en Verkoopkantoor, de belangen van de tuinders en van de emigratie, voor de fi nanciering waarvan Gij U in het bijzonder hebt ingespannen. Wij zijn U zeer erken telijk voor de wijze, waarop Gij dit steeds hebt gedaan en wij hopen, dat Gij, even als de Heer Smits van Oven, nog lang ge tuige moogt zijn van de verdere ontwikke ling van onze boerenleenbankorganisatie. Ik vertrouw, dat de Algemene Vergade ring ermede akkoord zal gaan, indien aan de beide aftredende functionarissen een passend afscheidsgeschenk zal worden aangeboden als een bescheiden blijk van onze erkentelijkheid. Hierna moge ik deze Algemene Vergadering vragen de verlies- en winstrekening van de Centrale Bank betreffende het boekjaar 1960, de balans per 31 december 1960, evenals de rekening en verantwoording van het Onderling Waarborgfonds, te willen goedkeuren en tevens haar goedkeuring te hechten aan het door het Bestuur gedane voorstel tot winstverdeling. Vertrouwende, dat de Algemene Verga dering tegelijk met de gevraagde goedkeu ringen décharge zal willen verlenen aan het Bestuur en de Raad van Toezicht der Centrale Bank voor het in 1960 gevoerde beheer, beëindig ik deze toelichting met de bede, dat het God moge behagen onze instelling, onze gehele organisatie, de haar toevertrouwde belangen en ons allen per soonlijk te blijven zegenen. 610

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 58