nieuwe leningsvormen en zekerheidsmid delen vroeg de krediet- en voorschotver lening steeds meer zorg en aandacht van de beheerders en kassiers evenals van de betrokken afdelingen van de Centrale Bank. Daar werd inderdaad - ik heb het in de fiatteringscommissie van nabij mee gemaakt - veel en moeizaam werk verricht, waarvoor een woord van oprechte dank op zijn plaats is. De financiële positie' der boerenleenbanken Van de i miljard 744 miljoen, die op het einde van het verslagjaar aan de boeren leenbanken waren toevertrouwd, hadden deze op dat tijdstip ruim 49% zelf uitge zet, waarvan 45% in de vorm van kredie ten en voorschotten. Ondanks de sterk toe genomen krediet- en voorschotverlening vertonen de boerenleenbanken nog altijd een ruime liquiditeitspositie. Gelukkig is ook de rentabiliteitspositie der boeren leenbanken in de laatste jaren aanzienlijk verbeterd. Nadat met name op de nieuw gebouwde bankkantoren belangrijk was afgeschreven, waarmede in 1960 een be drag van ruim f 2,5 miljoen gemoeid zal zijn geweest, resteert na belastingbetaling een bedrijfswinst van 4,5 miljoen, die naar beproefde boerenleenbankbeginselen aan de reserves zullen worden toegevoegd. Daarmede zullen de vrije reserves der aan gesloten boerenleenbanken kunnen wor den gebracht op 38 miljoen. Over die ver sterking van de soliditeitspositie der boe renleenbanken kunnen wij ons oprecht verheugen, want een dergelijk financieel bruggehoofd hebben de boerenleenbanken heus wel nodig, nu uiteraard met de stij gende krediet- en voorschotverlening ook de risico's toenemen. Ren extra verster king is daarnaast geenszins overbodig. Het bestuur van de Centrale Bank heeft dan ook gaarne het directie-voorstel overge nomen om op basis van de financiële sa menwerking van Centrale Bank en boe renleenbanken te komen tot de oprichting van een kredietrisico-verzekeringsinsti tuut. Over de werking daarvan zullen straks nog nadere mededelingen worden gedaan. De resultaten van de Centrale Bank De toenemende activiteit van de boeren leenbanken terzake van de krediet- en voorschotverlening had voor de Centrale Bank het gevolg, dat de tegoeden van de boerenleenbanken bij de Centrale Bank minder stegen dan in voorgaande jaren, namelijk met 44 miljoen, terwijl die stij ging in 1959 86 miljoen beliep. Op het einde van het verslagjaar beliepen de aan de Centrale Bank toevertrouwde gelden 950 miljoen. Het balanstotaal van de Centrale Bank overschreed voor het eerst een bedrag van 1 miljard. Indien de ont wikkeling van de eerste drie maanden blijft aanhouden, ziet het ernaar uit, dat het ha- lanstotaal van Centrale Bank en boeren leenbanken samen, dat op het einde van het verslagjaar ruim 1,8 miljard beliep, in de loop van dit jaar zal uitstijgen boven een bedrag van 2 miljard. Mogen wij ons o- ver deze groei van onze organisatie op recht verheugen, daarnaast zullen wij ons 608

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 56