de boerenleenbanken op het punt van de aanvullende kredietverlening kan geluk kig worden geconstateerd, dat de boeren leenbanken bezig zijn in toenemende mate haar eigen kracht te versterken, zowel door de uitbreiding van de beschikbare fi nancieringsmiddelen, als door de verster king van haar kapitaalsbasis, hetgeen in de reservevorming en in de winstcapaciteit tot uitdrukking komt. De cijfers van 1960 spreken voor zichzelf, indien we vaststel len, dat een bedrag van 203 miljoen aan nieuw verstrekte voorschotten geheel uit beschikbaar komende aflossingen en uit nieuwe besparingen kon worden gefinan cierd. Het is verheugend, dat deze kredietverle ning voor het merendeel betrekking heeft op de financiering in de agrarische sector, hoezeer wij het niet minder toejuichen, dat de boerenleenbanken daarnaast aller lei andere zelfstandigen in hun bedrijts- en investeringsfinanciering terzijde staan, dat zij ook de werknemers in ruime mate van dienst zijn hij de financiering van de wo ningbouw en dat zij voorts de financie ring van velerlei gemeenschapsbelangen ten plattelande voor haar rekening nemen. Kan worden gesteld, dat de cijfers betref fende het jaar 1960 een stevige grondslag bieden voor de toekomstige taakvervulling door de boerenleenbanken, met name ook in verband met de financiële resultaten, die in het eigen bedrijf van de boerenleen banken en van de Centrale Bank werden behaald, het perspectief is bepaald bemoe digend, indien wij mede in aanmerking ne men de hoge spaarresultaten van het lo pende jaar, die tot nu toe 47% liggen ho ven die van het vorig jaar. De krediet- en voorschotverlening blijft zich op eenzelfde hoog niveau bewegen en is derhalve ruimschoots gedekt door de nieuwe besparingen, die hij de boerenleen banken binnenkomen. Ook daarover zul len zo dadelijk nog verdere mededelingen worden gedaan. Voor wat mijn aandeel betref t heb ik reeds voldoende feiten en cijfers naar voren ge bracht om mij verplicht te gevoelen een woord van oprechte dank te spreken t.a.v. beheerders en kassiers van aangesloten boerenleenbanken voor hun ijver en toe wijding, waardoor het bereiken van de in het jaarverslag beschreven resultaten werd mogelijk gemaakt. Vooral voor hun doel treffende samenwerking met de functio narissen van de Centrale Bank ben ik hen bijzonder erkentelijk. Het valt immers niet te betwijfelen, dat door eendrachtige sa menwerking de goede resultaten en het ruime dienstbetoon, dat door de boeren leenbanken werd verleend, in belangrijke mate werd bevorderd. Nog moge ik Uw aandacht vragen voor het verslag van het Gemeenschappelijk Bankkantoor, dat U tegelijk met het jaar verslag van de Centrale Bank heeft bereikt. Ook voor het Gemeenschappelijk Bank kantoor is het verslagjaar 1960 redelijk gunstig geweest. Namens U allen breng ik dank aan de Directie en de Staf van het N.V. Gemeenschappelijk Bankkantoor. Zeer in het bijzonder wil ik ook dank zeg gen aan de Directie van onze Centrale Bank voor haar ijver en bekwaamheid in de vervulling van de op haar rustende ta- 60

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 49