diet- en voorschotverlening, de financiële
positie van de boerenleenbanken en de re
sultaten van de Centrale Bank. Daarbij
sprak hij woorden van dank tot allen, die
aan het bereiken daarvan hebben medege
werkt. Het is ondoenlijk om in deze na
men te noemen; spreker meende echter
een uitzondering te moeten maken voor
een tweetal; op de eerste plaats voor de
heer Jhr. Mr. J. Th. M. Smits van Oyen,
die sedert 1922 Commissaris hij de N.V.
Boeren-Hypotheekbank en sedert 1926 lid
van het Bestuur van de Boeren-Hypo
theekbank en van de Centrale Bank was;
op de tweede plaats voor de heer G. W.
Kampschöer, die sedert 1934 lid is geweest
van de Raad van Toezicht der Centrale
Bank. Beide heren, die in verhand met hun
leeftijd niet meer herkiesbaar zijn, hebben
voor de landhouwkredietorganisatie zeer
veel verdiensten gehad en de heer Del-
hougne bracht hun daarvoor oprecht dank.
Hij sprak de wens uit, dat zij nog lang ge
tuigen mogen zijn van de verdere ontwik
keling van de boerenleenbankorganisatie.
Namens de Algemene Vergadering bood
hij een passend afscheidsgeschenk aan. De
rede van Mr. Delhougne is in dit nummer
van de Maandelijkse Mededelingen volle
dig afgedrukt.
Nadat de jaarstukken waren vastgesteld,
vonden de verkiezingen plaats. In de Raad
van Toezicht werden de aftredende heren
A. H. Lohuis, A. T. Hettinga en Mr. Dr.
C. N. M. Kortmann herkozen, terwijl in
de vacature-Kampschöer gekozen werd
de heer E. J. M. Kolfschoten te Roelof-
arendsveen.
In de Bestuursvacature (Jhr. Mr. J. Th. M.
Smits van Oyen) werd benoemd Prof. Mr.
F. F. X. Cerutti te Nijmegen.
Bij de agendapunten 8 en 9, welke tesa-
men werden behandeld, kwamen aan de
orde respectievelijk het Directie-rapport
over de conclusies en aanbevelingen van
de Commissie Landbouwkrediet en het
daaruit voortvloeiende voorstel inzake
deelneming door de Centrale Bank en door
de aangesloten boerenleenbanken in het
aandelenkapitaal van de N.V. Borgmaat-
schappij, nadat deze N.V. door statuten
wijziging zal zijn omgebouwd tot de N.V.
Kredietrisico-verzekeringmaatschappij.
De heer Mr. Ph. C. M. van Campen, Alge
meen Directeur van de Centrale Bank, gaf
terzake een uitvoerige toelichting waarop
wij te dezer plaatse niet verder behoeven in
te gaan, want bedoelde toelichting is vol
ledig in dit nummer van de Maandelijkse
Mededelingen overgenomen.
Vervolgens dankte de Voorzitter de heer
van Campen voor zijn heldere uiteenzet
ting met betrekking tot de agendapunten
8 en 9. Hij gaf daarbij nog enig commen
taar en somde de volledige reorganisatie
commissie op, welke met de behandeling
van de vele beoogde vernieuwingen in de
statuten en reglementen van de boeren
leenbanken, de Centrale Bank en het On
derling Waarborgfonds is belast.
Op de vraag van de Voorzitter, of nog ie
mand het woord verlangde, bracht een der
afgevaardigden naar voren, dat het voor
stel in kwestie (punt 9 der agenda) naar
zijn mening in strijd zou zijn met artikel
27 der Statuten van de aangesloten boeren-
595