Algemene Vergadering Centrale Bank 8 mei 1961 Verslag van de Algemene Vergadering Op 8 mei vond in de grote Philips Jubi leumhal de Algemene Vergadering van de Centrale Boerenleenbank plaats. Voorzit ter dezer vergadering was de heer C. G. A. Mertens, President van de Raad van Toe zicht der Centrale Bank. Na de opening van de vergadering heette de voorzitter de afgevaardigden der aan gesloten boerenleenbanken van harte wel kom; speciaal richtte de heer Mertens zich daarbij tot de afgevaardigden van de pas aangesloten boerenleenbanken te Ooster beek (Gld.) en Oirschot (N.Br.), verder tot de genodigden en in het bijzonder tot Ir. J. W. Wellen, die onlangs zijn nieuwe functie van Directeur-Generaal van de Landbouw heeft aanvaard. De voorzitter ging vervolgens uitvoerig in op het z.g. directie-verslag over de con clusies en aanbevelingen van de Commis sie Landbouwkrediet en bracht daarna in het kort het jaarverslag van de Centrale Bank ter sprake. Hierbij sprak de heer Mertens woorden van dank aan het adres van beheerders en kassiers der aangesloten boerenleenbanken alsmede aan Directie en personeel van de Centrale Bank, die al len in eendrachtige samenwerking aan het bereiken van de verkregen resultaten hebben medegewerkt. De inleiding van de heer Mertens is elders in dit nummer van de Maandelijkse Mededelingen volledig opgenomen. Na het vaststellen van de notulen der vo rige Algemene Vergadering en na het aan wijzen van secretarissen en stemopnemers werd door de Voorzitter het woord ver leend aan de heer Mr. Edm. Delhougne, Voorzitter van het Bestuur der Centrale Bank, die, zoals gebruikelijk, een toelich ting op de jaarstukken gaf. De heer Delhougne wees erop, dat de aan gesloten boerenleenbanken in het verslag jaar steeds verder zijn gegaan met de uit breiding van haar werkingssfeer en van haar dienstbetoon. Niet alleen kwamen nieuwe voorzieningen tot stand, die ge richt zijn op het verschaffen van meer kredietmogelijkheden, doch daarnaast werden ook diverse nieuwe spaarvormen in het leven geroepen. Dit echter eiste van beheerders en kassiers alsmede van de functionarissen van de Centrale Bank steeds meer paraatheid in verband waar mede voorlichtingscursussen werden ge organiseerd. Speciale aandacht vroeg de heer Delhougne voor de noodzakelijkheid om de financiële basis van boerenleenban ken, Centrale Bank en neven-instellingen te blijven versterken. Spreker nam vervolgens uitvoerig de spaar- beweging onder de loupe, daarna de kre- 594

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 42