tract een basis te vinden voor de aflossing van linancieringsmoeilijkheden. Verder wordt genoteerd, dat ook voor wat betreft verwerking en afzet van eigen produkten het agrarische bedrijfsleven zelf werk zaamheden zal moeten ontplooien. De co- operatieve beweging is sterk ontwikkeld. Het concentratie- en integratieverschijn sel neemt ook in de boereninstellingen toe. Het is daarbij zaak, dat de stem van de in dividuele boer, die in verdere scholing zijn kracht zal moeten zoeken, voldoende tot uiting kan blijven komen. De produktiefactoren in de landbouw Als belangrijke drijvende kracht bij de ont wikkeling van het landbouwbedrijf wordt door veel schrijvers gewezen op het rela tief duurder worden van de menselijke ar beid. In de laatste tien jaren stegen de land- arbeiderslonen met 100% terwijl de prij zen van machines, kunstmest en vee slechts met 25 a 30% stegen. Het tempo van deze stijging wordt bepaald door de economi sche ontwikkeling buiten de landbouw. Daarbij moet de landbouw zich ook aan passen ten aanzien van de secundaire ar beidsvoorwaarden waaronder de werktij den. De ontwikkeling van werktuigen, be- drijfsuitrustingen, arbeidsmethoden, teelt en voedertechnieken bepalen onder meer de mogelijkheden voor de boer om zijn be drijf te rationaliseren. Mechanisatie en ar beidsbesparende inrichting van de gebou wen zullen daarbij de behoefte aan finan cieringsmiddelen doen toenemen. Dit geldt ook voor de vergroting van de bedrijf sop- pervlakte, welke van 1947 tot 1959 met ruim io°/o is gestegen. Als arbeidsbespa rende investering wordt verder nog ge noemd de ruilverkaveling, waarbij in ster ker mate dan voorheen zal worden ge streefd naar o.a. betere percelering en be reikbaarheid. De capaciteit van de ondernemers Bij de momenteel snel wijzigende verhou dingen in de prijzen van de produktief ac toren - grond, arbeid en kapitaal - en bij de toeneming van het commerciële karak ter van het landbouwbedrijf, moeten de bedrijfsleiders het beste produktieplan zien te verwezenlijken. Als bijzondere moeilijk heid bij een kapitaalintensieve produktie geldt, dat de hoge investeringen de be- 565 Interieur van het hijkantoor van de Boerenleenbank Reeuwijk

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 13