„Veranderende landbouw
Het maartnummer van „Landbouwvoor
lichting", het maandblad van de Rijksland-
bouwvoorlichtingsdienst, is geheel gewijd
aan de veranderingen die in onze land
bouw kunnen worden opgemerkt. Tien
schrijvers geven een toelichting op de wij
zigingen in de produktie, de afzet, het land
bouwbeleid en in de sociale omstandighe
den op het platteland. Met de redactie kun
nen wij verwachten dat het onderwerp
ook op andere manieren kan worden be
naderd. Ieder overdenken van de in de
toekomst wenselijke veranderingen is ech
ter van belang. Ken ruim inzicht in brede
kring is noodzakelijk, opdat iedereen naar
vermogen zal kunnen meewerken om de
ze veranderingen tijdig te realiseren.
Het in ons eerste artikel aangekondigde di
rectierapport, houdende voorstellen tot
wijzigingen in onze kredietorganisatie,
moet ook in dit licht worden gezien. Het
staat wel vast dat de bedrijfsvoering in de
landbouw meer kapitaal-intensief moet
worden. Deze omschakeling moet op ver
antwoorde wijze mogelijk zijn met behulp
van de eigen kredietorganisatie.
In het onderstaande geven wij een samen
vatting van de artikelen in het genoemde
maandblad. Aangezien verschillende arti
kelen elkaar in min of meerdere mate over
lappen, werden een aantal notities opnieuw
gerangschikt.
Industrialisatie en sociale veranderingen
Gewezen wordt op de vrijwel onbeperkte
mogelijkheden tot vergroting van de in
dustriële produktie, die in de praktijk voor
al gepaard blijkt te gaan met hogere lonen
naast een toenemende vraag naar arbeids
krachten. Na 1947 is deze ontwikkeling in
Nederland krachtig op gang gekomen, me
de dank zij de naar verhouding lage prijs
van de voedingsmiddelen. Door het na
streven van spreiding bij de vestiging van
nieuwe industrieën wordt de overgang
naar een ander beroep voor de agrarische
werkkrachten gemakkelijker.
Mede tengevolge van de tendens tot het
op het platteland willen wonen van „stads
mensen" wordt de niet-agrarische bevol
king in vele dorpen groter. Het is niet ver
wonderlijk dat dit gewoonlijk samengaat
met een afnemende invloed van de boeren
in de samenleving; een deel van de func
ties in de gemeente, de kerken en de orga
nisaties zal door anderen worden overge
nomen. Of dit weer tot gevolg heeft dat
het maatschappelijk aanzien van de agrari
sche groep daalt zal afhankelijk zijn van de
manier waarop deze groep reageert. Ver
liest men het zelfbewustzijn en vervalt men
tot passiviteit? Vaker wordt geconstateerd,
5^3