delijke intrest is voldaan; een punt waarop wij reeds eerder in deze bespreking de aandacht hebben gevestigd. De terminologie van het Besluit en de daarop gevolgde jurisprudentie hebben echter tot gevolg gehad, dat voor de coöpe ratie ook de mogelijkheid is ontstaan win sten, welke zij behaalt op transacties bui ten de coöperatieve sfeer, belastingvrij aan leden door te geven. Dat tegen deze, ons inziens onjuiste, uitwas van de toepas sing van de wet stelling wordt genomen, is begrijpelijk. Kritische bespreking van de voorgestelde fiscale regeling In de onderdelen 5 t m 8 van de brochure worden de nieuw voorgestelde bepalingen ten aanzien van de belastingheffing bij coöperaties aan een kritische bespreking onderworpen. Wanneer wij ons hieraan zetten menen wij hij deze bespreking een enigszins andere volgorde te moeten aan houden. De voorgestelde wijzigingen kun nen in twee hoofdpunten onderscheiden worden en wel: a. de bepalingen omtrent de vaststelling van de winst en b. de bepalingen tot splitsing van de totale winst in een deel zg. verlengstukwinst en een deel zg. verzelfstandigde winst. ad a. De bepaling van de winst Zoals bekend, zijn er in het geldend Be sluit Vennootschapsbelasting geen afzon derlijke bepalingen over de wijze, waarop 520 de fiscale winst bij de coöperaties moet worden vastgesteld. In artikel 13 van het Besluit is bepaald dat fiscaal als bedrijfskos ten in aanmerking komen de winstaande len, welke naar rato van de prestaties aan de leden worden uitgekeerd. Wanneer ech ter sprake is van een winstaandeel, wordt niet in het Besluit vastgelegd. Uiteraard is hierover wel jurisprudentie ontstaan. Kort samengevat komt de juris prudentie hierop neer, dat sprake is van een winstaandeel, zodra de totale uitke ring terzake van aan de coöperatie gele verde goederen uitgaat boven de markt prijs. Deze marktprijs wordt gevonden door na te gaan welke prijs de coöperatie aan niet-leden betaalt, dan wel welke prijs door niet coöperatieve bedrijven aange houden wordt. In het tegenwoordige fiscale regime vindt derhalve een toetsing van de coöperatieve prijs aan de marktprijs plaats. Het nieuwe ontwerp wijkt op dit punt sterk af van de thans geldende regeling. In het nieuwe ontwerp komt namelijk de bepaling voor, dat tot de fiscale winst van een coöpe ratie behoren de voordelige verschillen tus sen de aan de leden betaalde prijzen en die welke met uitschakeling van de invloed van het lidmaatschap zouden zijn ge vormd. Wanneer we de toelichting bij het ontwerp nalezen, blijkt dat de bedoeling is, dat alles wat aan leden meer betaald wordt dan betaald zou zijn, indien er geen lidmaatschapsverhouding was, als winst wordt aangemerkt. Ter bepaling van de prijs, welke voor de winstberekening hij coöperaties moet

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 8