Verbeteringen in de wetgeving
Belastingheffing
bij Coöperaties
Zoals in het februari-nummer van de
maandelijkse mededelingen is aangekon
digd, zullen wij thans een bespreking wij
den aan de belastingheffing bij coöpera
ties, in verband met het in juli 1960 inge
diende wetsontwerp Vennootschapsbelas
ting. Deze bespreking zal geschieden aan
de hand van de brochure van de Natio
nale Coöperatieve Raad getiteld: „De
Coöperatie bedreigd Van deze bro
chure is in de afgelopen maand een exem
plaar aan de boerenleenbanken ter kennis
neming toegezonden. Desgewenst kunnen
nog exemplaren hij de Centrale Bank wor
den aangevraagd.
De brochure van de Nationale Coöperatie
ve Raad is met opzet uitvoeriger gehou
den dan strikt noodzakelijk was in ver
band met de bespreking van het wetsont
werp Vennootschapsbelasting. Zodoende
worden ook degenen, die nog weinig we
ten over het ontstaan en de werking van
de coöperatie daarmede op de hoogte ge
bracht.
518
In onderdeel 1 van de brochure bespreekt
de Nationale Coöperatieve Raad de ver
beteringen welke in de belastingheffing
van de coöperaties ten opzichte van het
thans geldende Besluit zullen optreden.
Deze verbeteringen betreffen een tweetal
punten en wel vooreerst de deelnemings
vrijstelling en op de tweede plaats de be
paling omtrent de redelijke intrest.
De deelnemingsvrijstelling is een regeling
welke de dubbele heffing van Vennoot
schapsbelasting beoogt te voorkomen. Vol
gens het thans geldende Besluit behoeft
een N.V. over de dividenden, die zij ont
vangt op een aandelenbezit in een andere
N.V., geen Vennootschapsbelasting te be
talen. De coöperatie kan van deze vrij
stelling geen gebruik maken omdat deze
uitsluitend is voorbehouden aan de N.V.'s.
In het nieuwe ontwerp zal de deelne
mingsvrijstelling gelden voor alle rechts
personen, dus ook voor de coöperaties.
Bovendien zullen niet alleen de ontvangen
dividenden op aandelen vrij zijn, doch alle
winstuitkeringen welke terzake van deel
nemingen genoten worden, dus zowel
winstuitkeringen terzake van het lidmaat
schap als winstuitkeringen op aandelen.
De tweede verbetering geldt de zoge
naamde redelijke intrest. Onder het thans
geldende Besluit zijn de nabetalingen,
welke een coöperatie verricht, alleen dan
fiscaal aftrekbaar, indien op de inleggel-
den een redelijke intrest is vergoed. Deze
redelijke intrest wordt berekend over het
iiscaal vermogen van de coöperatie bij het
begin van het jaar. Indien derhalve een