wijl dollar en pond bleven fungeren als
het internationale betalingsmiddel bij uit
stek, in verband waarmede ter afwikke
ling van het internationale betalingsver
keer grote tegoeden op de geldmarkten in
Amerika en Engeland worden aangehou
den.
In deze onevenwichtige verdeling van de
goudvoorraden is een haard van crisisach
tige verschijnselen verscholen.
Het kan tot voldoening strekken, dat de
Duitse Regering het niet heeft laten aan
komen op een krachtmeting tussen dollar
en pond enerzijds en de Duitse mark an
derzijds, zodanig dat bij voortduring van
de eenzijdige goudstroom naar Duitsland
als gevolg van de grote overschotten op de
Duitse betalingsbalans dollar en pond tot
een devaluatie zouden zijn verplicht. Zulks
zou geleid hebben tot een ontwrichting
van het internationale handels-, diensten
en betalingsverkeer en ook zou de finan
ciële hulp aan de zg. ontwikkelingsgebie
den daardoor op losse schroeven zijn ge
steld, om te zwijgen over het politieke
prestige-vcrlies voor het Westen. Daarbij
komt nog, dat het zonneklaar is, dat
Duitsland geenszins in staat is noch van
zins sch ijnt om in belangrijke mate deze
functies van Amerika en Engeland over te
n e 111 en.
Wij zijn dan ook geneigd niet al te veel
aandacht te schenken aan de klaagz ang,
die door de bonzen van de Duitse export
industrie is aangeheven. Zij schijnen uit
het oog te verliezen - wat dat betreft
schijnen er in Duitsland nog altijd groe
pen te bestaan, die moeite hebben de les
van het verleden in de praktijk toe te pas
sen dat ook een tot het uiterste volge
houden export-offensief ertoe kan leiden,
dat men zich dood overwint.
De revaluatie van de gulden
De Nederlandse Regering kwam met de
revaluatie van de mark voor een moeilijke
beslissing te staan. Naar de woorden van
de Minister van Financiën in de Tweede
Kamer zou door de Duitse revaluatie
maatregel de onevenwichtigheid van onze
betalingsbalanspositie als door een blik
semstraal scherp en helder zijn belicht. Uit
de verschillende verklaringen door de Ne
derlandse bewindslieden naar aanleiding
van de revaluatiemaatregel afgelegd, blijkt
duidelijk, dat de Nederlandse Regering
daardoor is verrast. Merkwaardig doet
daartegenover aan de uitspraak van het lid
van de Europese Commissie, de heer R.
Marjolin, in het Europese Parlement te
Straatsburg. Deze zeide: „In 't bijzonder
wil ik niet ontveinzen, dat ik mij eniger
mate verward gevoel, wanneer ik ver
neem, dat de Nederlandse Regering dooi
de Duitse revaluatie-maatregel verrast is
en haar beslissing op korte termijn heeft
moeten nemen. Ik kan mij dat des te moei
lijker verklaren, omdat het volkomen dui
delijk was tijdens de gedachtenwisselin-
gen, die in de loop van het vorig jaar in de
bevoegde organen van de Gemeenschap
(Monetair comité en Comité voor de con-
junctuurpolitiek) zijn gehouden, dat Ne
derland naar alle waarschijnlijkheid een
eventuele revaluatie van de Duitse Mark
zou volgen."
Moet hier een tegenstrijdigheid worden
5 «5