2. Losse glasopstanden Onder losse glasopstanden worden in dit artikel verstaan die glasopstanden, welker ver binding met de grond, waarop zij zijn geplaatst, te oppervlakkig is en te weinig hecht, zoals onder meer het geval is met broeibakken en rolkassen. Ook losse glasopstanden kunnen onroerend zijn, doch zij zijn dit uitsluitend, indien zich een of beide na te noemen gevallen voordoen: a. Het kan zijn, dat een losse glasopstand, gelet op de feitelijke omstandigheden, als een wezenlijk bestanddeel van de grond waarop zij is geplaatst, dient te worden aangemerkt en dat zij om die reden onroerend is. Wij zijn van mening, dat men niet spoedig geneigd moet zijn om losse glasopstanden als wezenlijke bestanddelen van de grond en dus om die reden als onroerend te beschouwen. Weliswaar heeft de Hoge Raad in zijn arrest van ii december 1953 beslist, dat alles wat op de grond is gebouwd, met de grond één ge heel uitmaakt, zonder dat de eis behoeft te worden gesteld, dat een aardvaste verbin ding aanwezig is, doch wij betwijfelen of men dit arrest wel zo letterlijk moet verstaan. b. 1 let kan zijn, dat een losse glasopstand bestemd is de grond, waarop zij is geplaatst, duurzaam te dienen, hetgeen zich volgens de wet alleen maar kan voordoen, indien de grondeigenaar de losse glasopstand heeft geplaatst. Of alsdan sprake is van een duurzame bestemming en de betrokken losse glasopstanden derhalve onroerend zijn door bestem ming, wordt beslist door het feit of die glasopstanden al dan niet speciaal voor het be trokken bedrijf zijn geconstrueerd en al dan niet op andere bedrijven zonder ingrijpende verandering bruikbaar zijn. Daar losse glasopstanden meestal wel zonder dat een ingrij pende verandering nodig is, gebruikt kunnen worden op ieder bedrijf, zijn wij van me ning, dat zij ook niet het karakter hebben van onroerend door bestemming. Zo even is gezegd, dat losse glasopstanden alleen dan onroerend kunnen zijn door be stemming, indien zij door een eigenaar op zijn grond zijn geplaatst. Is zulks geschied door een pachter, dan zijn deze losse glasopstanden nimmer onroerend door bestemming. Ons standpunt met betrekking tot losse glasopstanden is, kort samen gevat, dat de losse glasopstanden, uitzonderingen daargelaten, niet onroerend en dus roerend zijn. 3. In glasopstanden aangebrachte installaties Met betrekking tot de in de glasopstanden aangebrachte centrale verwarmings-, sproei en andere installaties is onze opvatting, dat deze behoren tot de wezenlijke bestandde len van de glasopstand, waarin zij zijn aangebracht, ook al zijn zij zonder verbreking of beschadiging, hetzij van de installatie hetzij van de glasopstand, daarvan los te maken, hetgeen overigens wel niet dikwijls het geval zal zijn. Is de glasopstand onroerend, dan zijn de installaties het evenzeer; is de glasopstand roerend, dan zal ook aan de installaties het roerend karakter niet kunnen worden ontzegd. 536

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 24