king tot het veilig stellen van de rechten van de pachters dienaangaande, hebben ingeno men, bij sommige verpachters enige bezorgdheid heeft gewekt in verband met mogelijk voor hen daaruit voortvloeiende financiële gevolgen. In dit artikel zullen wij het hiervoor onder I tot en met III wcergegevene bespreken. In een volgend artikel zal ons standpunt met betrekking tot de rechten van pachters, die op hun pachtobjecten glasopstanden hebben gesticht, nog eens aan de orde worden gesteld. a d I. 7 IJ N G LAS OP STANDEN EN DE DAARI N A A N G EB RA C II T E I N S T ALL AT IE ON R O E R E N I) O R O E RE N ALGKMKF.N Het verschil van mening over het al dan niet onroerend zijn van glasopstanden en van de daarin aangebrachte installaties zal wel nooit in hoogste instantie worden opgelost, omdat feitelijkheden in deze beslissend zijn. Het komt ons echter goed voor nog eens ons standpunt weer te geven met betrekking tot het onroerend dan wel roerend zijn van glasopstanden en van de daarin aangebrachte installaties, temeer omdat wij vanuit dit standpunt ook de andere hiervoor genoemde kwesties moeten benaderen. Alvorens even- bedoeld standpunt te vermelden is het voor een goed begrip daarvan dienstig te wijzen op het arrest van de Iloge Raad van i i december 1953 (N.J. 1954 no. 115). De Hoge Raad heeft in dat arrest gesteld, dat volgens de wet onroerend zijn: a. de voorwerpen, welke een wezenlijk bestanddeel van de grond of van een gebouw uitmaken, waarbij het onverschillig is of deze bestanddelen al dan niet zonder verbreking of beschadiging, hetzij van het betrokken voorwerp hetzij van de grond of van het gebouw zijn af te scheiden; b. de voorwerpen, welke geen wezenlijke bestanddelen van de grond of van een gebouw zijn, doch daarmede door aard-, timmer- ot metselwerk zo vast zijn verbonden, dat zij daarvan zonder verbreking ot beschadiging, hetzij van het betrokken voorwerp hetzij van de grond of van het gebouw, niet zijn los te maken; c. de voorwerpen, welke noch onder de sub a noch onder de sub b gegeven omschrijving vallen, doch die door de eigenaar be stemd zijn de grond ot het gebouw duurzaam te dienen. ONS STANDPUNT 1. Vaste glasopstanden Onder vaste glasopstanden worden in dit artikel verstaan die glasopstanden, welke niet alleen op de grond zijn geplaatst, doch bovendien daaraan zijn bevestigd door middel van hechte fundamenten, die in de grond rusten. Vaste glasopstanden nu zijn in ieder geval onroerend, waarbij het meer of minder duurzaam doel van de verbinding van geen betekenis is, terwijl het eveneens onverschillig is ot de grondeigenaar dan wel een pach ter de verbinding heeft tot stand gebracht.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 23