verlengstukwinst en een deel verzelfstan
digde winst.
Het wetsontwerp gaat er namelijk van
uit, dat het niet in overeenstemming is
met de aard van de coöperatie indien de
winst, welke gemaakt wordt op transac
ties met leden en aan deze leden wordt
uitgekeerd, zowel met Vennootschapsbe
lasting als met Inkomstenbelasting belast
wordt. Kr wordt dus een splitsing in de
winst aangebracht en dat deel, dat aange
merkt wordt als verlengstukwinst, blijft
buiten de heffing van de Vennootschapsbe
lasting. Wanneer van dit, ons inziens juiste
beginsel, dat de coöperatie zogenaamde
verlengstukwinst kan maken, wordt uitge
gaan, is het noodzakelijk de normen aan te
geven, volgens welke de splitsing van de
winst tot stand moet komen.
Als handelingen welke leiden tot zelfstan
dige winst voor de coöperatie worden in
de toelichting genoemd:
1het reserveren van winst
2. transacties met derden
3. neven-activiteiten en verdergaande ver
edeling
4. samenbundeling van coöperaties in top-
coöperaties.
ad Dat door het reserveren van de
winst een verzelfstandiging optreedt,
wordt door de Nationale Coöperatieve
Raad niet aanvaard. Niet de winstbestem
ming is beslissend voor het al of niet zelf
standig zijn van de winst, doch de wijze
waarop de winst verkregen wordt. Dat de
coöperatie Vennootschapsbelasting moet
betalen over de gereserveerde winst vin-
5 22
den wij echter wel reëel, daar alle rechts
personen die onderhevig zijn aan Ven
nootschapsbelasting, belast worden voor
de gereserveerde winst. Een uitzondering
te bepleiten voor de coöperatie zou naar
ons gevoelen niet redelijk zijn en zou niet
in overeenstemming zijn met de neutra
liteit die de tiscus dient aan te houden bij
de regeling van de belastingen ten aanzien
van de verschillende ondernemingsvor
men.
ad 2. Dat de winst, welke gemaakt wordt
op transacties met niet-leden, bij de coö
peratie belast wordt is acceptabel. Ook
hierbij kan o.i. uit een oogpunt van rede
lijke fiscale verhoudingen tussen de ver
schillende ondernemingsvormen een be
perking worden aanvaard.
ad 3. Ten aanzien van de winst op neven
activiteiten moet o.i. hetzelfde standpunt
ingenomen worden als hiervoor vermeld
ten aanzien van transacties met niet-leden.
Voor wat betreft de verdergaande verede
ling staan wij echter tegenover het stand
punt in het ontwerp ingenomen. Wil de
coöperatie haar bestaansrecht behouden,
dan dient zij haar producten-scala aan te
passen aan de wensen van de consumen
ten. Indien zij dit niet zou doen, zou de
coöperatie zichzelf te gronde richten, om
dat zij goederen produceert, die geen of
onvoldoende afzet vinden. Wanneer dan
ook de coöperatie niets anders doet dan
werken volgens haar doelstelling, namelijk
het tot de hoogst mogelijke waarde bren
gen van de producten van haar leden, is
het onjuist haar hiervoor te straffen door
het heffen van Vennootschapsbelasting.