hinden zullen voorlopig per geval door de Centrale Bank worden bepaald. Opgemerkt moet nog worden, dat de hier besproken leningsfiguur uitsluitend open staat voor een voorschot en niet voor een krediet in lopende rekening. IVelke produktiemiddelen kunnen met deze aanvullende lening voorden gefinancierd Eerder is gesteld, dat de looptijd maximaal 10 jaar is. Als de kosten door de bedrijfsre sultaten worden gedekt kunnen produktie middelen die in hoogstens 10 jaar worden afgeschreven op deze manier worden gefi nancierd. De benodigde aflossingen komen dan immers in de opbrengsten ter beschik king. Als in de komende ro jaar de op brengsten naar verwachting hoger zijn dan de kosten zou men eventueel ook produk tiemiddelen met een lagere afschrijving al dus kunnen financieren. De besproken regeling geeft dus een verrui ming van de mogelijkheden om krediet op te nemen. Deze verruiming geldt op de eer ste plaats voor de bedrijven, die voorheen onvoldoende zekerheid konden stellen maar - de totale financiering in aanmerking nemend - geen of geringe liquiditeitsmoei lijkheden zullen hebben. Men kan b.v. den ken aan akkerbouwbedrijven met veel pachtland of tuinbouwbedrijven. De gelei delijke groei van de investeringen in werk tuigen - en in de veestapel - is een reden om voor deze en andere bedrijven meer kre dietmogelijkheden te openen. In dit ver band kan nog eens worden gewezen op een vermoedelijke toeneming van het afbeta lingskrediet. Afgezien nog van de veelal hoge rentekosten biedt een dergelijk kre diet geen goede financiering, omdat de looptijd veel te kort is. Welke betekenis heeft de aanvullende lening voor de financiering van langlopende schulden Het is aannemelijk, dat ook de vraag naar financieringsmiddelen met een lange loop tijd zal toenemen. Onder meer kan worden gedacht aan een afneming van de agrari sche beroepsbevolking en aan een grotere aandrang van familieleden om tot uitkering van hun erfdeel over te gaan. Nu kan een lening met 30 a 40 jaar looptijd als regel uitsluitend verkregen worden tegen hypo theek tot 2/3 van de waarde van grond en solide gebouwen. Het is dus zaak om deze kredietruimte zo veel mogelijk te benutten voor schulden op lange termijn. Omdat de nieuwe regeling extra kredietruimte geeft voor schulden op middellange termijn kan dus ook in de fi nanciering van langlopende schulden beter worden voorzien. Aan welke dekking moet voor aanvullende leningen de voorkeur voorden gegeven Veronderstel, dat de kredietruimte tot 2/3 van de waarde der onroerende goederen volledig is opgenomen en daarnaast nog een nieuwe, op zichzelf verantwoorde le ning wordt overwogen. Welke dekking 493

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 9