log een zeer sterke uitbreiding van de mid delen van de Centrale Bank is opgetreden. Deze middelen van de Centrale Bank be staan in hoofdzaak uit de door de boeren leenbanken toevertrouwde gelden. De toeneming van de toevertrouwde mid delen, de geleidelijke verbetering van het rendement van de uitzettingen van de Cen trale Bank, alsmede de mogelijkheid van rendabele uitzettingen in het buitenland, leverden opnieuw hogere bedrijfsresulta ten op. De betekenis daarvan spreekt te meer, indien in aanmerking wordt geno men, dat de gemiddelde rente, welke aan de boerenleenbanken werd vergoed over hun tegoeden bij de Centrale Bank, hoger w as dan in het jaar 1959. De aan de Cen trale Bank verblijvende rentebaten stegen van 7,6 miljoen in 1959 tot 8,7 miljoen in 1960. De provisiebaten vertoonden een naar ver houding belangrijke stijging en wel van 796.000,- in 1959 tot 973.000,- in 1960. De bedrijfskosten stegen van 2.876.000,- tot 3.405.000,-, welke stijging aanzienlijk minder is dan de stijging van de aan de Centrale Bank verblijvende baten. De resultaten van de Centrale Bank in 1960 in vergelijking met die van 1959 blijken uit de volgende opstelling, waarin de winst verdeling, zoals deze aan de algemene ver gadering zal worden voorgesteld, reeds is verwerkt: 1960 1959 Bouwreserve 1.000.000 1.000.000 Effectenreserve 500.000 500.000 Voorziening voor bedrijfsrisico 600.000 600.000 Voorziening voor belastingen 2.555.000 1.946.000 Winstsaldo 1.052.000 684.000 5.707.000 4.730.000 Na de winst verdeling 1960 zal de reserve positie van de Centrale Bank per ultimo 1960 in vergelijking met de positie na de verdeling over 1959 a^s volgt zijn: uit. 1960 uit. 1959 Reservefonds 8.51 2.000 7.635.000 Gemeensch. reserve 2.588.000 2.357.000 Effecten reserve 5.800.000 5.300.000 Bouwreserve 4.000.000 3.000.000 20.900.000 18.292.000 488

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 4