zen op de omstandigheid, dat bij deze in stelling voor onverhoopte zware tegensla gen in de bedrijfsresultaten zodanig begrip kan worden gevonden, dat dan vermoede lijk wel uitstel van betaling gegeven kan worden. Bij een aanvullende hypothecaire lening zal dit echter zeker niet mogelijk zijn. Bij een lening, waarvoor bedrijfsecono misch een looptijd van meer dan 10 jaar ge wenst is, is er reden te meer om het Borg stellingsfonds in te schakelen. Volledig heidshalve moet nog worden gewezen op de lagere kosten van een voorschot onder garantie van dit fonds. Deze kosten zijn na tuurlijk van groter belang, naarmate de rentabiliteit van de investering lager is. Eigendoms-ov er dracht va?t vee en inventaris of aanvullende hypothecaire lening? Voor beide genoemde dekkingen geldt, dat zij als regel slechts als aanvullende dekking in aanmerking komen. Wat dit betreft zijn zij gelijkwaardig. Ten aanzien van de toe laatbare looptijd moet echter worden op gemerkt, dat deze bij voorschotten tegen overdracht in het algemeen korter dan 10 jaar zal zijn. Dit geldt vooral bij overdracht van werktuigen. Een aanvullende hypothe caire lening zou de voorkeur kunnen heb ben als een afschrijving in ro jaar bedrijfs economisch verantwoord is. De atlossings- last zal dan zonder moeilijkheden uit de op brengsten vrij komen. Hier staat dan tegen over dat de rentekosten hoger zijn. Met voldoende zekerheid moet vaststaan, dat deze door de kredietnemer kunnen worden opgebracht. Een aantal vragen, die per geval nog over wogen moeten worden, zijn de volgende: Is het wenselijk om de kredietnemer volle dige vrijheid te laten ten aanzien van ver koop of inruil van zijn inventaris? De overdracht is een minder aantrekkelij ke dekking voor de bank naarmate de kre dietnemer in dit opzicht minder vertrou wen kan genieten. Voor de kredietnemer vormt de overdracht een grotere belemme ring in zijn bedrijfsvoering, naarmate hij vaker en sneller tot verkoop of inruil wil overgaan. In dit geval vraagt het ook van de bank bijzondere zorg en meer aandacht en werk om hieraan iedere keer goedkeu ring te moeten geven. Zijn de te verbinden onroerende goederen met voldoende zekerheid te taxeren? Bedacht moet worden, dat de provisie voor een aanvullende hypothecaire lening is af gestemd op het verbinden van courante on derpanden. Een onderpand, dat zijn waar de in hoofdzaak ontleent aan een of meer kapitale gebouwen met beperkte gebruiks mogelijkheden, komt in beginsel wel in aanmerking voor een dergelijke lening. Het is echter duidelijk, dat, naarmate een hoger percentage van de taxatie als lening wordt verstrekt, deze taxatie - zo mogelijk - met nog meer zorg moet worden verricht. 495

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 11