ger dan hij, doch met zijn grote intelligen tie en belangstelling had hij zich ook in de ze vraagstukken snel ingewerkt en toen het rapport verscheen, behoefde hij niet veel meer hierover te leren. Het was tijdens deze werkzaamheden van de Commissie Landbouwkrediet, dat van den Wildenberg met vele personen en orga nisaties vooral in de agrarische wereld ken nis maakte, waardoor hij in deze wereld op jonge leeftijd reeds een figuur van beteke nis werd. Als vanzelf lag een functie bij het land bouwkredietwezen voor de hand en nadat het werk voor de commissie was voltooid, volgde dan ook een aanstelling als directie secretaris bij de Eindhovense centrale bank. De tijd, die hem hier gegeven was om te werken, blijkt maar kort te zijn geweest. Hij had hier de gelegenheid om zijn verkre gen kennis van het landbouwkrediet aan de praktijk te toetsen en vooral ook om zijn in zicht in het landbouwkrediet van andere landen te verruimen. Hoe groot ook op dit laatste terrein zijn kennis was, bewijst het artikel over: „Het landbouwkrediet in de Euromarkt" in het Maandschrift Economie (januari 1960). Als ik dan tenslotte een meer persoonlijke noot mag laten horen, dan moet ik zeggen, dat ik op het terrein van het landbouwkre diet veel van hem heb geleerd, vooral ook ten aanzien van de situatie in andere landen. Als mijn kennis omtrent een instelling of regeling in het buitenland niet voldoende exact was, wist mijn vriend van den Wil denberg mij altijd de juiste weg te wijzen. Twee dagen voor zijn overlijden had ik nog een uitvoerige bespreking met hem inzake een voordracht over het landbouwkrediet. Velen zullen er met mij moeilijk aan kun nen wennen, dat hij er niet meer is om mee te praten, over deze en vele andere zaken. Wanneer ik tenslotte van den Wilden- berg's betekenis zou moeten samenvatten, dan zou ik dat niet beter kunnen doen, dan door de woorden te herhalen, waarmede de directie van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank het overlijden van haar se cretaris mededeelde: „In hem verliezen wij een begaafd mede werker en veelbelovend economist, die me de in zijn functie van secretaris van de Com missie Landbouwkrediet grote verdiensten heeft verworven voor het boerenleenbank wezen in Nederland". H. W. J. BOSMAN 460

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 8