den wachten. Ik beloofde een spoedige be oordeling van zijn ontwerp, dat hij weer meenam, omdat hij enige aanvullingen niet tijdig had kunnen aanbrengen. Hij zou het onmiddellijk na Kerstmis toezenden. Na een vrij lang gesprek over verschillende punten die met zijn proefschrift verband hielden en over zijn colleges, heb ik hem, toen hij naar zijn auto ging, nog een „goede reis" toegewenst. Ongeveer een uur latei- gebeurde bij Deil het verschrikkelijk onge luk. Toen ik dit des avonds vernam, besefte ik bij alle verslagenheid, dat ik hoogstwaar schijnlijk de laatste ben geweest, die met hem heeft gesproken. Ken gave, evenwichtige, sterk wetenschap pelijk aangelegde jongeman voor wie, naar menselijke maatstaven, een prachtige toe komst open lag, is plotseling van ons heen gegaan. Moge God, wiens raadsbesluiten voor ons ondoorgrondelijk zijn, de ziel van deze noeste werker die,.hoe jeugdig hij ook was, velen tot voorbeeld heeft gestrekt, ge nadig zijn en moge Hij aan zijn zwaar ge- trol ten echtgenote, aan zijn kinderen en zijn ouders de troost en de sterkte schen ken, welke wij mensen onvoldoende kun nen bieden. M. J. II. SMEETS Wim van den Wildenberg als collega Het was in mei 1959, dat Wim zijn intrede deed in onze werkgemeenschap. Hij was echter voor velen van ons geen onbekende. Wim had als secretaris van de Commissie Landbouwkrediet reeds herhaalde malen contacten met ons gehad, contacten op za kelijk en persoonlijk niveau, welke goede verwachtingen wekten voor de samenwer king, die in het verschiet lag. Het zij even wel niet verheeld, dat Wim's wetenschap pelijke instelling en persoonlijkheid ook fa cetten vertoonden, die het ontstaan van moeilijkheden bij een meer volledige en in tense samenwerking met ons niet uitsloten. Wim was een zeer intelligent en ijverig be oefenaar van de economische wetenschap. Hij trachtte de maatschappelijke verschijn selen wetenschappelijk te verstaan en daar op een verantwoorde, opbouwende kritiek te leveren. Aan de beoefening van de eco nomische wetenschap had hij zich echter zo volledig gewijd, dat hij zich aanvankelijk niet voldoende realiseerde, dat het niet al leen de economie is, die de behoefte van de 464

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 12