de inkomens, zoals deze uit de prijsvorming
in het próduktieproces voortvloeit, zijn
intense belangstelling getrokken. Mogelijk
is dit voortgekomen uit sociale bewogen
heid, doch zijn gevoelens hebben nooit de
strenge objectiviteit beinvloed, waarmede
hij zijn onderzoekingen op. dit gebied deed.
De bedoelde verdeling kan worden gewij
zigd o.a. in eerste instantie door de loonpo
litiek. In een tweede instantie kan de over
heid in deze verdeling verandering bren
gen. I) i t probleem, dat van de her verde
ling, zou de kern van zijn studie worden;
hij nam zich voor dit vraagstuk uitsluitend
theoretisch te onderzoeken.
In enkele eenvoudig gehouden trekken
komt het hierop neer: de overheid kan het
w e r k e 1 ij k e, het reële inkomen van de-
lagere klassen vergroten:
enerzijds door tal van sociale voorzienin
gen, (o.a. werkloosheidsuitkeringen, zorg
voor de ouden van dagen, voor kinderrijke
gezinnen), verder door middel van haar
subsidiepolitiek, goedkoop of gratis on
derwijs enz. (dus langs de kant van haar
uitgaven);
anderzijds aan haar m i d d e 1 e n (ont
vangsten)-kant o.a. door de k e u z e van
de belastingen, de vrijstellingen daarin „aan
de voet", aftrek verband houdende met de-
grootte en de samenstelling van de gezin
nen en vooral door de progressie.
Drs. van den Wildenberg had er bij deze-
studie een open oog voor, dat bijv. de keuze-
van de belastingen niet alleen mocht ge
schieden met het oog op deze herverdeling,
alsmede dat de argumenten die in de leer
boeken ter verdediging van de hoge pro
gressie zijn te vinden, niet sterk zijn.
Hij heelt bij de bewerking van zijn proef
schrift tegenslagen ondervonden. Zijn da
gelijks werk nam hem herhaaldelijk ook in
de avonduren in beslag; verder was zeer
veel tijd gemoeid met het verwerken van
het materiaal, dat hij aan verschillende sta
tistieken ontleende en waaruit hij de o m-
v a n g van het overheidsoptreden in die
(secundaire) herverdeling van de inkomens
wilde opsporen. Toen hij dit over een zeker
jaar - ik meen over 1954 - zonder enige
mechanische hulp had voltooid, versche
nen, spoediger dan hij kon verwachten, de
statistieken over het daarop volgend jaar.
Weer toog hij aan het be- en herrekenen.
In juli jl. had hij een voorlopig ontwerp
van zijn proefschrift gereed, doch dit be
vredigde hem slechts matig. Nadat hij eerst
nog twee onlangs verschenen vrij lijvige
buitenlandse boeken, die direct met zijn on
derwerp verband hielden, had bestudeerd,
zette hij zijn proefschrift opnieuw op. On
danks veel andere beslommeringen kon hij
16 december jl. zijn manuscript voltooien;
hij bracht op 22 december jl. het inmiddels
getypte ontwerp 200 blz.) mede en hij
deelde mij daarbij o.a. mede, dat het nu
meer theoretisch van opzet was geworden
en dat het cijfermateriaal een secundaire
plaats had gekregen. Hij was buitengewoon
opgewekt en voldaan, dat zijn studie naar
zijn gevoelen nu „rond" was, maar merkte
toch op, dat zijn uiteenzettingen - als hij er
nog een jaar langer over kon doen beter
gefundeerd zouden worden. Wij werden
het eens, dat wij daarop maar niet zou-
463